|
Van de Voorzitter en secretaris
Aan het einde van 2021 moeten we helaas constateren dat we opnieuw dit jaar als Erfgoedvereniging niet konden brengen wat we gepland hadden. Geen onwil onzerzijds maar die, om maar eens een diktee-woord te gebruiken, die vermaledijde Corona of Covid-19 perikelen. We zullen er ook komend jaar mee moeten leven. Voor het derde achtereenvolgende jaar.
Voor ons als bestuur staat natuurlijk het waken voor de gezondheid van onze leden voorop. Anders gezegd als we het niet verantwoord vinden om activiteiten te organiseren waarbij de gezondheid in het geding is zullen we een pas op de plaats maken. Dat neemt niet weg dat we natuurlijk ook voor 2022 wel een agenda hebben samengesteld waarbij lezingen en wandelingen gepland zijn. In het januarinummer geven wij u het kalenderoverzicht.
Gelukkig en dan kijken we toch even terug op 2021 hebben we wel wat activiteiten door kunnen laten gaan zodat we op diverse momenten toch persoonlijk contact hebben gehouden. En dat voelde en voelt goed.
Twee december-activiteiten waarbij we als Kèk Liemt ook betrokken zijn is het verschijnen van het 'Op Liemt Gemunt'- verzamelboek dat vanaf 13 december jl. beschikbaar is. Een leuke spaaractie waarbij we de Liempdse middenstand, ook in deze moeilijke tijden, blijvend kunnen steunen. Een aanrader.
Een tweede aanrader zijn de filmpjes die op 18 december a.s. het levenslicht zien rond 'Den Groote Waterloop'. Op initiatief van de gemeente Boxtel en SPPiLL zijn we als Erfgoedvereniging medio dit jaar gevraagd om deze unieke waterloop met daarom heen diverse interessante wetenswaardigheden letterlijk in beeld te brengen. Hiervoor hebben we Lieke Faber film & theater aangezocht en die heeft er, op basis van onze input, een voor een fantastische filmpjes van gemaakt. Nieuwsgiering geworden. Ga na 18 december naar het you-tubekanaal van SPPiLL via www.sppill.nl en verwonder.
Tot slot aan de vooravond van Kerst en Oud en Nieuw wensen wij u namens het bestuur een Zalig Kerstfeest en voor 2022 Blijf gezond en... ook komend jaar houden we maandelijks contact via dit medium dat rond de 15de verschijnt. Houd uw mailbox in de gaten.
Els Vissers & Arnold van den Broek. |
|
|
Actueel
Voor onze bibliotheek op de Erfgoedkamer sparen we de plaatjes voor het boek over Liempde. We hebben er ook aan meegewerkt. Pagina 54 en 55 gaat over Kèk Liemt. Het boek is op diverse plaatsen bij de Liempdse ondernemers en bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd te koop voor € 5,00 of € 3,50 en 10 muntjes. Bij elke € 10,00 aan boodschappen krijg je een setje plaatjes. Spaar ze allemaal.
Heb je dubbele plaatjes of spaar je ze zelf niet dan houden wij ons aanbevolen. Je kunt ze afgeven op woensdagmiddag tussen 1:.00 en 16:00 uur op de Erfgoedkamer (Raadhuisplein 1 - zij-ingang Keefheuvel 1) en dan de trap of stop ze in de brievenbus van Roderweg 25. Alvast hartelijk dank.
In de volgende Nieuwsbrief van Kèk Efkes vermelden we een tussenstand en als wij dubbele exemplaren hebben? Ruilen wij natuurlijk ook. |
|
|
|
Wolvenjacht rondom Liempde en Velder tot 1700
Rondom Velder zijn er verschillende meldingen van wolven geweest waarvan er vrijwel zeker een aantal domicilie in Velder zelf gehad heeft. Vanwege de goede mogelijkheid om te schuilen zal Velder immers voor veel wolven een goede uitvalsbasis zijn geweest. Een roedel wolven heeft, om voldoende voedsel te vinden, een omvangrijk woongebied en schuilgebied nodig en dat bood Velder. In de zomer van 1644, had de bevolking van Liempde veel last van wolven. Vooral de schaapherders op de gemeijnt ondervonden hiervan last. Met de aangrenzende dorpen besloot men tot het houden van een grote klopjacht op 22 juli van datzelfde jaar. Op 17 juli werd deze klopjacht in de dorpen afgekondigd. Zo’n klopjacht kwam blijkbaar vaker voor zodat iedereen wist wat van hem verwacht werd. Via een enorme cirkel van hevig lawaai makende mensen die steeds kleiner werd, joeg men de wolven op Liempde (Velder?) af. Deelname aan deze jacht was niet vrijblijvend voor de inwoners. Uit elk gezin dat gebruik maakte van de gemeijnt en dat waren ze bijna allemaal, moest minstens één persoon aanwezig zijn bij deze jacht met een lawaai-instrument, gaffel of geweer. Men startte in het Besterbroek tussen Liempde, Best en Oirschot. Honderden personen vormden een lange lawaaiproducerende buitenlinie die oprukte richting Liempde. In Liempde hingen wolfsnetten en toebehoren klaar.
Het vangen of schieten van de wolven had blijkbaar niet het benodigde effect, wolven bleven actief. Zo werd zeer dicht in de buurt van de kern van Liempde in de Rouwbommel op 25 april 1694 door Jan Corst Rovers ende Cornelis Hendrix van de Ven ses levendige veree vers geworpene ende blinde gedierten die sy seyden jonge wolve te syn by hun in Rou Bomneel uyt eenen cuyl gehaelt. De Rouwbommel is het gebied aan de Vleutstraat dat nu in samenwerking tussen Natuurwerkgroep Liempde en SPPiLL omgevormd is tot een prachtig natuurgebied.
Ger van den Oetelaar. |
|
|
|
|
Beeldbank vraag
De vraag van vorige maand is beantwoordt. Annie van den Heuvel herkende haar oma Johanna van Mensvoort geboren te Liempde op 08-07-1878 en aldaar overleden op 27-12-1964. Johanna was getrouwd met Johannes van den Biggelaar oftewel Jantje van Sisse geboren te Liempde op 22-09-1870 en aldaar overleden op 14-06-1948.
Nieuwe beeldbankvraag:
Wie kent de namen van de meisjes op foto evkl000324?
Bij voorbaat dank.
Els Vissers. |
|
|
Archeokout 6
Om de feestdagen door te komen deze keer een ouderwets lange bijdrage, zodat u niet uit louter verveling weer al die uitgekouwde terugblikken op het afgelopen jaar in de media hoeft te ondergaan. Doe es iets anders, lees ons erfgoed lijfblad!
Deze duistere dagen dromen we wat weg van de aardige praktijk. Onder het schijnsel van de overbodige lampjes en andere gezelligheidskitsch is het einde van het jaar een geeigende tijd om eens diepgravend te reflecteren op onze drijfveren. We hebben dit najaar in Liempde veel gewroet: de fieldschool over Pichegru, piepen in de Kloostertuin, de putjesschepperij en een kleine cursus akkerarcheologie op Hezelaar. Leuk bezig zijn dus, maar wat stelt dit nu voor in het woeden der gehele wereld?
Het kan geen kwaad je te informeren over je locale voorgangers, hun omstandigheden en hun doen en laten. Geschiedenis en vooral die van het gemene volk (in tegenstelling tot de gebruikelijke oorlogsverslaggeving die vroeger op school geschiedenisles heette) is daartoe nuttig, met name over de vraag of en in hoeverre die zich herhaalt. Locaal grondspeurwerk levert daarbij waardevol illustratiemateriaal en inzichten die we via de historici nog niet expliciet kregen. Zo werden we dit jaar elementen van Karolingische bewoning in onze streek gewaar. Dat was te verwachten, maar de geschreven bronnen komen niet veel verder terug dan de dertiende eeuw. En ... maakt dat de wereld nu begrijpelijker, leefbaarder?
Zeker, bewustwording van onze plaats in tijd en ruimte wordt daardoor getriggerd en met dat resulterende bewustzijn kunnen we wat doen aan het welzijn nu op deze planeet. Deze latente mijmeringen kregen bij mij plots een enorme boost toen ik wat aan het grasduinen was in recente boekjes waarin archeologie een rol speelt. Eerst injecteerde ik me met wat gebruikelijke kennis over de agrarische revolutie, steentijd en metaaltijden en een tweede injectie betrof iets over migratie, taalontwikkeling en ziekteverspreiding. Dat zorgde na het normale verstandige menselijk gedrag al voor aardig wat extra antistoffen tegen blank protectionisme en ultrarechts superioriteitsgevoel. De booster daarna deed het afrondende werk: ancient DNA.
Ons DNA bevat erg veel informatie over ons lijf, al onze onderdelen worden gemaakt volgens de aanwijzingen in die in onafzichtelijke rijen aminozuren zijn opgeslagen. Die bouwinstructies geven we ook aan onze nazaten door een beetje van pa (of de melkboer) en een beetje van ma in een min of meer unieke samenstelling. Zo hebben we die informatie ook van onze ouders en voorzaten van zelfs miljoenen jaren her meegekregen. Resten daarvan zijn terug te vinden omdat we sinds 2003 het gehele menselijk genoom kunnen lezen. Die resten geven inzicht in onze menselijke afstammingen zelfs tot de "eerste" hominiden terug. Niet alleen kunnen we het huidige DNA lezen, ook het DNA uit oud menselijk materiaal verkregen door archeologisch onderzoek kan worden ontcijferd. Dit leidt dan in het afgelopen decennium tot een geweldige revolutie in de wetenschappelijk kennis van de mens en zijn wedervaren en als uitvloeisel daarvan wellicht ook tot een herbezinning op de huidige wereldorde.
Eeuwenlang is er geinterpreteerd en gefantaseerd over onze geschiedenis op grond van botten, werktuigen en scherven met als leidraad een toevallig heersende moraal en politieke correctheid. Zo was het eind vorige eeuw "not done" om culturele revoluties toe te schrijven aan migratie, dat moest en zou een osmotisch proces zijn. Die modieuse mening is ondertussen hard onderuitgehaald, met (beta-)wetenschappelijk bewijs. De huidige verdeling van mensen over de wereld is ontstaan uit een veelheid van volsverhuizingen, waarbij geweld regel was. Wie zijn wij? Waar komen we vandaan? Nou, we zijn een smeltkroes van volkeren die andere hebben overwonnen, verdreven en geassimileerd. Dat vinden we min of logisch als het om jager-verzamelaars gaat, maar die zijn 8000 jaar geleden verdreven door landbouwers uit klein-Azie en die zijn op hun beurt weer overvleugeld door de Jamna-cultuur uit de Kaspische vlakte. Hier en daar totale vervanging, af en toe enige vermenging en veel, heel veel onderlinge verplaatsingen en geweld. Dat is nu allemaal bewijsbaar door een wetenschappelijke samenwerking van genetica, linguistiek en archeologie.
Tsja, en dan zijn er nog onverlaten die de huidige reislust vanuit de tweede en derde wereld negatief bejegenen. Wij zijn ook slechts migranten en dienen een slecht geweten te hebben over de jager-verzamelaars en de steentijd-landbouwers die we hebben "vernichtet". Het wordt tijd dat de regering daar eens haar excuses voor aanbiedt. Laten we de vluchtelingen een herberg bieden of ze hier nu met een ster, drie wijzen of beschermengelen komen. Laten we zelfs gelukzoekers stimuleren dat geluk te vinden om samen de schouders te zetten onder de grote opgaven waar we voor staan, zoals milieu en klimaat.
Mocht u met de handen in haar zitten wegens verminderde mobiliteit of gewoon met de ziel onder de arm; beter nog, bent u intrinsiek gemotiveerd dan kan ik u in deze midwinterperiode van harte enig leeswerk aanbevelen. Dat includeert ook mezelf, want ik ben er nog niet helemaal doorheen.
- Yuval Noah Harari, Sapiens (Nederlands)
- David W. Anthony, The horse, the wheel and language (alleen Engels, helaas)
- Johannes Krause en Thomas Trappe, De reis van onze genen (Nederlands)
Jaap van der Woude.
|
|
|
Liempdse klompenmakersfamilies: Van de Wiel. Deel 1
Voor zover is na te gaan is de klompenmakerij gestart door Jan van de Wiel (1871 – 1932) aan het eind van de 19e eeuw. Hij trouwde in 1901 met Johanna van den Boom (1873 – 1945) en zij hadden, naast de klompenmakerij, ook een keuterboerderij, zoals al eerder vermeld een veel voorkomende combinatie op het Brabantse platteland. Jan begon zijn klompenmakerij aan de huidige Roderweg 16. Hij stierf betrekkelijk jong, waarna zijn oudste zoon Piet (1904 – 1972) het bedrijf voortzette. Piet trouwde met onderwijzeres Maria Meuws (1902 – 1993). Van 1945 tot 1970 was hij ook wethouder van Liempde
Op de foto (ca 1930) Familie Van de Wiel en werknemers van de klompenmakerij, zittend op de giek van de klompenmakerij waarmee bomen konden worden verplaatst. Op de giek van links naar rechts: Marinus van de Wiel (1914-1996), Van Houtum, Jan Paulissen, Frans van de Steen, Bets van de Wiel, Piet van de Wiel (1904–1972) en Willem van de Steen. Op de voorgrond Johanna (Hanneke) van den Boom (1873–1945)
Ger van den Oetelaar. |
|
|
Iets nieuws. Deel 1 en 2
In de vorige nieuwsbrief stond deel 1 van dit verhaal. Dat was ten onrechte, het verhaal moet in zijn geheel gelezen worden. Onze excuses daarvoor.
Iets nieuws
Dorus de Bresser was mijn opa en hij woonde in de Buunders. Eigenlijk heette hij Dorus Bressers, maar dat zei niemand. Vanaf de dag dat ik kon lopen ging ik regelmatig bij hem op bezoek. Vanaf de Gerritshoeve, waar ik woonde, sopte ik door de drassige weilanden van het Hezelaarsbroek, sprong over enkele sloten, stak de Buunderdijk over en trof hem dan aan op z’n bênkske achter het huis. Daar zat hij meestal te genieten van zijn pensioen, zijn pijp en het ruisen van de populieren. Hij was geboren in 1884, en werd 97 jaar oud.
Waar wij terug in d’n tèd gaan, was hij onderweg naar de toekomst. Van de uitvinding van de fiets met ketting tot de eerste stap van een mens op de maan. Van de grammofoonplaat tot en met het GPS. Hij had al die uitvindingen meegemaakt. Van horen zeggen en lezen in de krant. Maar hij had ook zo zijn eigen ervaring met iets nieuws.
Begin vorige eeuw “wonde d’r in Liemt verskêi miense, die zich gin spurrie in de neus lieten zêijen. Een van die miense waar Dorus de Bresser. Dorus waar goed roms en aat z’n brood nie in ledighêd. Hij wêrkte mi ’n aks in de bossen en mi ’n lang zêssie in de Dommel.” Het citaat komt uit Liempd sprak, het woordenboek Liempds, geschreven door Roger van Laere. Eén keer liet hij zich wel degelijk spurrie in de neus zaaien, wat volgens hetzelfde woordenboek betekent dat hij zich iets wijs liet maken. Hij maakte kennis met een voor hem nieuwe uitvinding.
Met z’n lange zessie werkte Dorus voor 35 cent per uur flexibel bij Waterschap De Dommel. Eens was hij met enkele collega’s de Groote Waterloop aan het vegen. Plotseling zagen ze iets drijven wat volgens de collega’s een lege ballon moest zijn. Piet van Beers wilde het aan zijn zessie prikken, maar Dorus voelde zich in een dolle bui geroepen om de ‘ballon’ op te blazen. Dat lukte. De hilarische reactie van zijn iets minder wereldvreemde maten maakte dat hij nooit meer iets opblies wat op een ballon leek.
Marie Raaijmakers was mijn opoe. Ze was getrouwd met Dorus en kreeg met hem acht kinderen. Zij was geboren in 1883, en werd 86 jaar oud. Ook zij deed haar ervaring op met iets nieuws.
“Bè Dorusse en Marie Raaijmakers, z’n wêfke, die d’ren êigenste hêrd uitkeerde, kwaamp ‘r geregeld volk over de vloer.”, lees ik in Liempd sprak. En het was ook zo. Daarom bestrooide opoe de vloer van d’n hêrd af en toe met wit zand.Als ze dand’n hêrd uitkeerde, nam ze met het zand ook al het vuil mee. Op zon- en feestdagen legde ze een extra mooi zandtapijtje, in kunstzinnige patronen. Je snapt dat het haar dan mateloos ergerde als ‘s zondags enkele boeren uit de buurt ’n beumke kwamen katten en hun bruine pruimen links en rechts over het witte tapijt spiertsten. In een winkel in Rooi, waar ze vandaan kwam, maakte ze kennis met de kwispedoor. Die ontdekking beloofde het einde van de wekelijkse bruine maanlandschappen. Vol verwachting zette ze de eerstvolgende zondag een fraaie witte kwispedoor op het frisse zandtapijt. Op een strategische plek. Na enige tijd sprak de eerste pruimer die z’n kwakje kwijt wilde: “Marie, ês ge nondeju dieën bak nie vlug weghoalt, dan spierts ik erin!”
Theo Bressers.
Op de foto de familie Bressers:
evkl000630 ca. 1930 Dorus Bressers en Marie Raaijmakers met hun gezin. ‘Goed roms’: 8 kinderen, waarvan er 3 het klooster ingingen. De kinderen v.l.n.r.: Marinus, Jan, Dries, Cornelis, Janus, Piet, Dina, Bertha. |
|
|
Toponiem verklaard
Lyemderwaut of Liempdswoud.
We kunnen dit gebied traceren in het zuidelijk deel van Liempde, nu genaamd Vleesbroek en Scheeken. Ongetwijfeld was dit gebied in 1390 een echt bosgebied, begroeid met vooral beuk, eik en es.
Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen; pag. 304. Het boek is te koop voor €10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur. |
|
|
Gemeijnt De Scheeken aan de Liempdenaren
De Brabantse hertog schenkt in 1326aan de bewoners van Liempde een gemeijnt (grond voor gemeenschappelijk gebruik) van 68 bunder dat eerder door de hertog in leen uitgegeven was aan Jacobus Johannes Van Woluwe. Dit is een van de oudste oorkonden waarin Liempde vermeld is.
Dit betreft De Scheeken. Bovendien verkrijgt Liempde dan 45 bunder heide en gemeijnt als cijnsgoed van de heer van Helmond, zoals in het register van 1321 staat geschreven (in 1314 was Liempde door de hertog aan Jan van Berlaar (heer van Helmond) in leen gegeven). De grenzen van deze gemeijnt worden later vaak betwist, wat te maken heeft met het feit dat de uitgifte van gemeijnten vaak de bepaling bevatte dat de wildernis “open en onbeheind moest blijven”. De gemeijnt grensde ook aan de Groene Gemeijnt van Sint-Oedenrode en de gemeijnt Bests Broek van de gemeente Oirschot wat het ook niet gemakkelijker maakte. Er zijn veel procedures over de grensen en het gebruik gevoerd, dat zijn nu onze belangrijkste informatiebronnen. In 1391 schenkt hertogin Johanna van Brabant de heerlijkheid Liempde in leen aan de heer van Boxtel, Willem van Merum (‘Meerheim’). De Liempdse bewoners van De Scheeken hadden vanaf dat moment met de heer van Boxtel te maken. De Scheeken en de daarin liggende gemeijnten (Hezelaarsbroek, Ooiendonk, Gansdonk) behoren tot verschillende Liempdse gehuchten (Vrilkhoven, Loo-eind, Hezelaar) en deelt in de ontwikkeling daarvan. De boerderijen en hoeven liggen doorgaans op dezelfde plaatsen waar we ze eeuwen later nog steeds kunnen aantreffen.
Op de kaart zijn de (gereconstrueerde) gemeijntgrenzen van De Scheeken weergegeven (Kaart gemaakt door Karel Voets)
Ger van den Oetelaar. |
|
|
Bijzondere bidprentjes collectie Kèk Liemt: 2. Kunstschilder Jan Kruysen
De kunstenaar Jan Kruysen is geboren op Velder aan de Hoekstraat te Liempde. Zijn leven is uitgebreid beschreven in een boek van Frank van Doorn en de Velderse woonlocatie door Nel van Doorn en Wim Merkx. Bij zijn dood werden twee soorten bidprentjes gemaakt, waarvan één met een kunstwerk van Jan Kruysen. De rode sticker is waarschijnlijk van de vorige eigenaar van het bidprentje. Op deze sticker staat het door Augustinus en Benedictus voorgestane leiderschapsideaal "plus amari quam timeri" (meer geliefd dan gevreesd) en een kardinaalswapen. Hieronder de genealogische gegevens van Jan Kruijsen/Kruysen:
Johannes Kruijsen, zoon van Petrus Kruijsen (spoorwegarbeider) en Antonia van de Loo, geboren te Liempde op 9 okt 1874, schilder/kunstenaar, overleden (63 jaar oud) te Liempde op 6 okt 1938. trouwt (resp. 22 en 18 jaar oud) (1) te Boxtel op 29 jan 1897 met Barbara van Dijk, dochter van Evert van Dijk en Johanna Maria de Bever, geboren te Boxtel op 5 mrt 1878, overleden (ongeveer 36 jaar oud) te Woensel in 1915.
Uit dit huwelijk 16 kinderen:
- Antonius Petrus Everardus, geboren te Boxtel op 4 mrt 1898, kunstschilder, overleden (ongeveer 78 jaar oud) in 1977, trouwt met Wilhelmina van Berkel. Uit dit huwelijk geen kinderen.
- Maria Victoria Rosalia, geboren te Boxtel op 7 feb 1899, schilderes, overleden (ongeveer 88 jaar oud) in 1988.
- Johan Aloisius, geboren te Boxtel op 18 feb 1900, overleden (6 weken oud) te Boxtel op 2 apr 1900.
- Elsa Anna Barbara, geboren te Tilburg op 4 aug 1901, overleden (23 dagen oud) te Tilburg op 27 aug 1901.
- Aloysius Joseph, geboren te Tilburg op 31 jul 1902, overleden (1 jaar oud) te Tilburg op 5 apr 1904.
- Everardus Wilhelmus Johannes, geboren te Tilburg op 15 aug 1903, overleden (ongeveer 79 jaar oud) te Erp in 1983, trouwt (resp. 29 en 34 jaar oud) te Eindhoven op 21 okt 1932 met Maria Cornelia Meeusen, geboren te Roosendaal en Nispen op 22 sep 1898. Uit dit huwelijk geen kinderen.
- Joannes Martinus, geboren te Tilburg op 10 sep 1904, overleden (3 maanden oud) te Tilburg op 12 dec 1904.
- Franciscus Wilhelmus, geboren te Woensel op 21 sep 1905, overleden (8 jaar oud) te Woensel op 19 mrt 1914.
- Pieter Johan (Pierre), geboren te Woensel op 16 sep 1906, priester, overleden (minstens 71 jaar oud) te Evian-les-Bains [Frankrijk] na 15 mrt 1978.
- Johannes Gerardus, geboren te Woensel op 19 mei 1908, overleden (5 jaar oud) te Woensel op 12 mrt 1914.
- Aloijsius Anna, geboren te Woensel op 4 jul 1909, overleden (één maand oud) te Woensel op 2 sep 1909.
- Lambertus Gerardus Nicolaas, geboren te Woensel op 14 nov 1910, overleden (18 dagen oud) te Woensel op 2 dec 1910.
- Antoinette Victoria Clemence, geboren te Woensel op 1 jun 1912, overleden (76 jaar oud) te Vught op 25 mrt 1989.
- Henri Hubertus Emil Nicolaas, geboren te Woensel op 23 apr 1913, overleden (59 jaar oud) te Veldhoven op 4 jul 1972.
- Johan Aloysiuus Nicolaas (Jean), geboren te Woensel op 22 apr 1914, priester, overleden (ongeveer 66 jaar oud) te Sahune [Frankrijk] circa 20 feb 1981.
- Nn, geboren en overleden te Woensel op 25 apr 1915.
trouwt voor de tweede keer (resp. ongeveer 49 en ongeveer 34 jaar oud) te Oirschot in 1924 met Martha Maria Menzel, dochter van August Menzel en Paulina Schirmer, geboren op 17 feb 1889, overleden (60 jaar oud) te Oirschot op 3 jun 1949.
Ger van den Oetelaar. |
|
|
Nieuw boek over Kasteren, Olland en de Bodem van Elde
Een nieuw boek is aanstaande over Kasteren en Olland in relatie tot de alom bekende Bodem van Elde. Sinds een paar jaren is er veel onderzoek gedaan naar met name de oudste geschiedenis van ons gebied. Veel nieuwe zaken zijn ontdekt en worden gebruikt voor het nieuwe boek.
Willie Damen-van de Mosselaer en Ger van den Oetelaar hebben dat onderzoek gedaan en gaan ook het boek maken. Het initiatief komt vanuit onze Erfgoedvereniging en Natuurwerkgroep Liempde, ook is er een begeleidingsgroep vanuit de verschillende verenigingen/organisaties.
Bert Vervoort en Ruud van Nooijen hebben al veel foto’s gemaakt. Eind 2022 wordt het boek gepresenteerd. Op dit moment liggen de auteurs goed op stoom en zijn de eerste zes hoofdstukken al in concept gereed. Zie hierboven de een deel van de kaart van de Bodem van Elde met het gedeelte van Kasteren met o.a. 't Coot, de watermolen, Savendonk en Wedehagen.
Ger van den Oetelaar. |
|
|
MUNTJES VERDUBBELAAR
MUNTJES VERDUBBELAAR. Je leest het goed.
Blijkbaar liggen er onze Liempdse huizen nog zo'n 26.000 Op Liemt Gemunt-muntjes. De OGL-organisatie wil deze graag weer in roulatie brengen en heeft daarom de periode 3 t/m 9 januari 2022 uitgeroepen tot muntjes verdubbelaarweek.
Dat betekent dat elk muntje dat in die periode in de koker van een Liempdse vereniging of organisatie wordt gestopt bij de uitbetaling verdubbeld wordt. Ook Kèk Liemt doet mee met deze spaaractie en wij kunnen een extra impuls van muntjes goed gebruiken. Dit jaar ontvingen we als Stichting Kèk Liemt € 80,00 aan waardebonnen. Daarmee scoren we helaas niet zo hoog en zitten we in de gevarenzone om uit het spaarprogramma gekegeld te worden, zodat andere verenigingen die op de wachtlijst staan ook mee kunnen doen.
Willen jullie ons daarom in de week van 3 t/m 9 januari a.s. helpen en je muntjes in de spaarpijp van Kèk Liemt doen. Alvast hartelijk bedankt. |
|
|