|
Van de wnd. voorzitter
Erfgoedvereniging Kèk Liemt is een actieve vereniging die zich inzet op allerlei gebied. Zo bleek ook afgelopen periode weer. Behalve de interessante lezing 'Brabant in de Franse tijd' door historicus Simon van Wetten zijn, op ons initiatief bijgaande onderwerpen aan de orde geweest.
Behoud kleine cultuurhistorische elementen. Na de restauratie van een vijftal toponiemenbankjes in het buitengebied van Liempde hebben vrijwilligers van onze vereniging inmiddels ook een mooi nieuw kruisbeeld geplaats op het Oude kerkhof aan de Kerkakkers. Zie hiervoor verderop een uitgebreider artikel met als titel: 'Historische plek Oude Kerkhof aangepakt.'
Cursus Liempdse historie. Onder de bezielende leiding van ons lid Theo Driesz. Bressers is op 14 februari j.l. in bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd de cursus 'Liempdse Historie' van start gegaan. De belangstelling voor deze cursus was boven verwachting hoog. Dit heeft de cursusleiding doen besluiten het maximaal aantal inschrijvingen te verhogen van 25 naar 35 deelnemers. Alle deelnemers zijn inmiddels voorzien van een mooi vormgegeven cursusboek van de hand van ons (bestuurs)lid Ger van den Oetelaar. Op dit moment kunnen we al terugkijken op drie zeer geslaagde cursusavonden.
Boeremèrt Liemt 2023. Al sinds de start van de Boeremèrt in de zeventiger jaren staat Kèk Liemt met een kraam op de mèrt. Door een aantal onvoorziene ontwikkelingen, waarvan zoals bij iedereen wel bekend een heel tragische, heeft het bestuur recentelijk helaas moeten besluiten voor dit jaar van deelname af te zien. In ons jubileumjaar zijn we zeker weer aanwezig met het door onze leden vervaardigde houten speelgoed en onze boekencollectie.
Harrie Raaimakers
foto: Cursusboek Liempdse Historie
|
|
Actueel
Betalen contributie 2023
Jaarlijks wordt in maart het betaalverzoek verstuurd voor het betalen van de contributie van de Erfgoedvereniging. Binnenkort krijgt iedereen hiervoor het verzoek voor 2023.
Het bedrag is dit jaar hetzelfde als voorgaande jaren: € 25,= voor een lidmaatschap van 1 persoon en € 37,50 als het naast dit lidmaatschap ook een partnerlidmaatschap betreft.
Graag hierbij het verzoek om de betaling van de contributie tijdig te voldoen.
Wilbert Steenbakkers, penningmeester
27 maart 19:30 uur Lezing "Het Belgisch trekpaard"
Het Belgisch trekpaard is het grootste en zwaarste koudbloedig paardenras. Het ras is ook bekend onder de naam Brabander. Wim van Lankveld uit Schijndel neemt u tijdens de lezing mee naar de betekenis van dit trekpaard dat zijn oorsprong kent in het Hertogdom Brabant. |
|
|
150 jaar Duits Lijntje
Onlangs, bij de vernieuwing van de Liempdseweg, heeft de zoveelste 'aanslag' plaatsgevonden op wat eens onderdeel was van een beroemde verbinding tussen Londen en Moskou. Met de asfalteringswerkzaamheden verdwenen -zoals eerder ook al gebeurde op industrieterrein Duin II in Schijndel- de ijzeren spoorstaven onder het asfalt. Zo staat nabij café 't Groene Woud op Kasteren een spoorfiets te wachten op... ja wat? Fietsplezier over een gedeelte van het spoor? De tijd zal het leren.
Dit jaar is het precies 150 jaar geleden dat het Duits Lijntje, bij onze oorsterburen Boxteler Bahn genoemd, met de nodige kopzorgen geopend werd. Onze zustervereniging Heemkunde Boxtel heeft rond dit gedenkwaardige moment plannen opgevat om deze gebeurtenis niet onopgemerkt voorbij te laten gaan, waarbij contact is gezocht met onze Erfgoedvereniging Kèk Liemt (EVKL.)
In de bestuursvergadering van 6 maart j.l. heeft het bestuur besloten om medewerking te verlenen aan het initiatief van onze zustervereniging. We stellen voor om tijdens de herdenkingsactiviteiten -ergens in de zomer- op twee tijdstippen een wandeling met gids te houden langs de lijn, vanaf het startpunt spoorbrug over de Dommel naar Café 't Groene Woud.
Daarbij passeren we vanzelfsprekend ook het voormalig station halte Liempde.
Arnold van den Broek, secretaris EVKL |
|
|
Toponiemenbanken in Liempde 2: Roestendonk op Kasteren
De Roestendonk is een verdwenen veld- of perceelsnaam destijds verbonden aan een deel van de huidige Maai ter hoogte van de huidige Slophoosweg, voorheen Hoogstraat, op de grens van Liempde en Olland. Landschappelijk een interessant gebied met hoogten en laagten en een eigen flora. In de vochtige laagten of depressies in deze landschappelijke omgeving groeide het riet welig. Synonieme naamselementen voor riet zijn roos en roes, vaak te koppelen aan beemdgronden in bosachtige en tevens moerassige terreinen. Zo kennen we uit de veldnamenstudies de ‘Roesbeemt onder Liempde' [1447] en ‘die Roestendonc in Ollant’ [1455]. Uit historische notities valt af te leiden dat de Roestendonk eens heeft behoord tot de goederen van de Kartuizers die in de periode 1466-1468 in Olland hebben verbleven om via Den Dungen uiteindelijk in Vught te belanden. Dit blijkt o.a. uit een 17e-eeuwse Bossche schepenakte waarbij een zekere Pieter Lus de oude Kartuizerhoeve koopt van Joseph van den Oetelaar en alle hooilanden, beemden en akkers genoemd staan, waaronder de Voorste en de Achterste Roestendonk. Dat het om een forse hoeve ging valt af te leiden uit de omschrijving nl. een huis, stal, schuur, schaapskooi, hopest, wagenschop, varkenskooi, boomgaard en dries. Over de donk-namen in het landschap lopen de meningen uiteen. Volgens de gangbare opvattingen zijn het rechtstreekse verwijzingen naar het reliëf ter plaatse. Over het algemeen worden ze beschouwd als lichte verhogingen in een laag gebied en typisch is de koppeling van die donk-namen aan de flora en fauna die aan het naamselement ‘donk’ voorafgaan. De rietgroei zal men natuurlijk eerder moeten zoeken in de vochtige laagten dan op de donk zelf.
Op de foto met de makers Bert Timmermans en Martien Roestenburg.
Ger van den Oetelaar |
|
|
Beeldbank vraag
De personen op de foto evkl018806 van 15 februari waren: v.l.n.r. Voorzitter K.P.J. Jan Smulders, Jans van der Velden-van den Langenberg en Marinus Bax als afgevaardigde van de Boerenbond. Dank je wel Jan van den Langenberg en Mies Habraken.
Nieuwe vraag:
Foto evkl016757. De personen op de foto hebben te maken met het Seniorenkoor "Zingen doet leven", wie kent de namen?
Heb je het antwoord op deze vraag geef het dan aub even door via info@kekliemt.nl. Bij voorbaat hartelijk dank.
Els Vissers |
|
|
Weijer / visvijver en visgeweer in Liempde
In 1437 wordt een visvijver in Liempde (in de Mortel, Den Berg) verkocht die was aangelegd op een beemd. Dirc Segherssoen van der Heyden verkocht deze aan Jan Dircs sMoenixsoen. Bij de verkoop was inbegrepen een dijk dwars door het veld met daarbij het recht om de dijken te verhogen aan beide zijden, zodat “men die vysschen ende dat water op ten beempt behauden mach”. Tevens werd bepaald dater een mogelijkheid bleef voor “die eendden haren ganck, die vrouwen te wassen ende te plassen te naeste velde ter mynste scade als gewoenlic is”. Er moest dus voor gezorgd worden dat de eenden hun gang konden blijven gaan en dat de vrouwen ongestoord de was konden blijven doen op het aangrenzende perceel. In de visvijver was bovendien een visgeweer ingericht. Dat is een constructie om vis te vangen, zoals die ook in beken en rivieren gebruikelijk was. Met graszoden werden gevlochten korven (fuiken) vastgezet tussen een aantal palen. Daarnaast werden er gevlochten wanden in het water gezet om de vis naar de fuik te leiden.
Ger van den Oetelaar |
|
|
Geschiedenis van Kèk Liemt (3)
1980
Toponiemenclub: Willem Putmans en Cor Smulders zijn hard aan het werk onder leiding van de heer Cornelissen. Ze gaan de boer op en noteren gegevens die later verwerkt worden in een kaartsysteem.
Evenals andere jaren wordt er weer meegewerkt aan de Boeremèrt.
Op 15 april 1980 zijn alle nieuwe leden aanwezig op de AB-vergadering.
Er wordt gewerkt aan een boekje “Liempdse kabouters, prulmênnekes en schooiers.”
Sjef Habraken houdt zich bezig met de mappen met doodsprentjes.
Bij buurtvereniging Kasteren is geïnformeerd of er belangstelling is om een kapelletje te bouwen. Zij is daar in principe voor, maar vraagt om toelichting.
Op maandag, 19 mei is er in De Koorenschuur een avond met Johan Biemans uit Bergeijk, o.m. bekend van Omroep Brabant, met als titel: “humor op klompen.” Aan het begin van de avond zal een film vertoond worden, die in 1968 is opgenomen door de oud-Liempdenaar Piet van Alphen in de klompenmakerij van de Gebrs. Van der Velden in de Kerkstraat. Aan deze film hebben destijds hun medewerking verleend: Janus van Alphen, Hannes Hastenberg, Jan Thomassen en Daan van der Velden.
Quote uit de notulen van de DB-vergadering op 25 augustus 1980:
“Van Laere heeft een verhaal gehouden op verzoek van de gildemeesters in Oirschot over “het heilig huiske”. Misschien is een gilde ook wel iets voor Liempde. Raaijmakers zou daar enthousiast over zijn. Er waren destijds gilden in Liempde. Het gildezilver is verloren gegaan tijdens de brand in 1864, waarna ook de gilden verdwenen.”
Op verzoek van het Boeremèrtcomité wordt een boek, uitgegeven door Stichting Kèk Liemt, geschreven door Van Laere. Het wordt een boek met foto’s en wetenswaardigheden over Liempde en de Boeremèrt. Het comité staat garant voor de kosten. Titel: “Van Liemt en de Boeremèrt.”
Marinus van Giersbergen, die al veel werk voor Kèk Liemt heeft gedaan, wordt gevraagd een dialectenlijst in te vullen voor de Universiteit van Nijmegen.
Tentoonstelling “Liems werk” op 20 en 21 december in het Jeugdhuis Pius X, naar een idee van Riki de Leest, waar een aantal mensen, foto’s, smeedwerk, poppen, koperslagwerk, houtsnijwerk, schilderijen, pottenbakkerswerk en nog meer laten zien.
Jan Hazenberg werkt gegevens over vroedvrouwen in Liempde uit voor Wiro Heesters.
Ongeveer een keer in de veertien dagen wordt door Van Laere de lezing “Liever m’n pijp dan het H. Oliesel” gehouden buiten Liempde. De lezing rondom de dood wordt uitgebreid met gewoonten rond de geboorte en trouwen.
1981
Op 10 maart is in De Koorenschuur de aanbieding van het boek “Van Liemt en de Boeremèrt” aan Comité Boeremèrt, die het aan de Liempdse bevolking aanbiedt. Tossie Raaimakers en Jan van de Wiel (Stg. Jeugdbelangen) zullen iets vertellen over het samenstellen van een volksdansgroep. Martien Grilis presenteert de feestavond onder het motto “Daar is de lente”. De Ploegadoers bestaan dan 10 jaar. Door de straatnamencommissie voor de nieuwe straten in “plan Keefheuvel” voorgesteld: De Geerakkers en Den Dorsberg.
Op de AB-vergadering van 18 mei 1981 wordt Marinus van Giersbergen verwelkomd als nieuw lid. Hij houdt zich bezig met het verzamelen van uitdrukkingen, woorden en gezegden in het dialect. In een circulaire van 1 oktober wordt aandacht gevraagd voor een cursus “oud schrift”, het opstarten van een archeologiegroep, een foto-filmgroep en het optekenen van de “Liemse taol.”
“Restauratie op til van duiventoren in Liempde” kondigde Brabants Centrum op 19 februari 1981 aan. De gemeente stelt een subsidie beschikbaar aan eigenaar Mertens. “Stichting Kèk Liemt heeft enkele jaren geleden enkele wetenswaardigheden van en om Liemds Groot Duijfhuis en de daarbij behorende duiventoren het licht laten zien.”
Op 17 december is er in De Koorenschuur “’n kerstavond met Kèk Liemt” met o.a.
- ’n Liems Kerstverhaal en ’n Kerstlied
- Kerstmis en ikonen, een verhaal met dia’s door Teun Jacobs.
1982
In dit jaar zijn er problemen in het Dagelijks Bestuur: de secretaris heeft eerder aangegeven dat zij wegens ziekte en een overvloed aan werkzaamheden het secretariaat niet kan waarnemen. Dit is kennelijk niet genotuleerd. Na informatie is Jan van Bergeijk bereid het secretariaat over te nemen van Terry Dito. Er is ontstemming onder de leden van het Algemeen Bestuur in verband met het uitblijven van een jaarverslag en een financieel overzicht.
Volgens de notulen van de AB-vergadering van 5 oktober 1982 zullen twee leden van het AB zich belasten met een kascontrole en het al dan niet op poten zetten van de financiële zaken van de Stichting. In deze vergadering komt ook de werving van typisten aan de orde. Gemeld worden: T. Dito, W. van Zuijlen, Ine Hazenberg en Mariet van de Wiel.
In de AB-vergadering van 2 november 1982 wordt vermeld, dat “niet bekend is hoe Kèk Liemt er financieel voor staat.” De stukken zullen door 2 bestuursleden bij de penningmeester opgehaald worden, tevens de postbussleutel en een bankmachtiging laten tekenen.
Evenals voorgaande jaren wordt er deelgenomen aan de Boeremèrt.
Op maandag 19 april is in De Koorenschuur een lezing door dokter Van Laere: “Castere, destijds ’n apart Liempds gehucht”. Deze lezing werd al eerder gegeven voor buurtvereniging Kasteren en voor de Heemkundige vereniging in Boxtel. Op dinsdag 9 november is in De Koorenschuur de officiële presentatie van het boek “Kasteren, een gehucht apart”, geschreven door Roger van Laere. Wim van Erp heeft zich belast met de verspreiding en financiering van het boek. Het eerste exemplaar wordt aangeboden aan de voorzitter van Buurtvereniging Kasteren, de heer Bert Bekkers. Er wordt ook een film gedraaid over de Kleuskes.
Op 13 november wordt door de voorzitter in de H. Mis een verhaaltje verteld over Antonius Abt. Op 14 november om 14.00 uur vindt in samenwerking met de buurtvereniging Kasteren, die de bouw van het kapelletje op zich heeft genomen, de inzegening plaats van de St. Theuniskapel hoek Maaistraat-Kasterensestraat. Het beeld van St.Antonius abt wordt in processie van café “’t Groene Woud” naar de kapel gebracht. Na de plechtigheid is er gelegenheid om het Groot Duifhuis en de Duiventoren te bezichtigen.
In de weekenden 20/12 en 27/28 november is er in de boerderij van Paulus van Weert, Gemondesestraat 8 de tentoonstelling “Kasteren, een gehucht apart” met foto’s van Gerard Schalkx, doodsprentjes, kleding, boerengetuig.
Mariet van de Wiel |
|
|
Bosch' Protocol & Liempde
Voor de Liempdse middeleeuwse geschiedenis zijn de akten in de Bossche protocollen van erg groot belang. Dit zogenaamde Bosch’ Protocol bestaat uit 620 registers van 1366 tot en met 1810 en bevat hoofdzakelijk pre-kadastrale gegevens van Stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch. De registers bevatten registraties van onroerend goed transacties, weddenschappen, opgelegde bedevaarten, zoenakkoorden, inboedelinventarissen, emancipaties, testamenten, schuldbekentenissen, borg- en ontlastbrieven, betalingsbeloften en akten over allerhande triviale zaken door de Bossche Schepenbank. Henk Beijers (Schijndel) onderzoekt op dit moment de periode ná 1500. Dat de Bossche schepenbank populair was in de regio bewijst het aantal akten dat vanuit de omliggende dorpen is terug te vinden. Dankzij een telling levert dit het volgende overzicht op (v.w.b. na 1500) dat betrekking kan hebben op een familienaam, maar in de meeste gevallen op de plaatsnaam zelf: Berlicum 2832, Boxtel 6353, Dinther 1254, Esch 1668, Gemonde 1495, Heeswijk 1163, Schijndel 6732, Sint Oedenrode 276, Veghel 143, Vught 434 - het totale bestand van het BP [1501-1811] omvat 83 meter aan registers. Voor het boek "De Gemeijnt Bodem van Elde. Erfgoed en Natuur in Kasteren – Olland – Gemonde vanaf de 13e eeuw" is ook erg veel gebruik gemaakt van het Bosch' Protocol. Alleen al zijn er (vóór 1500) tientallen akten te vinden over de Kasterense watermolen en ook Velder. Op de illustratie een oude vermelding van Velder (Vellaer) uit het jaar 1389 uit het Bosch' Protocol.
Ger van den Oetelaar
|
|
|
Historische plek Oude Kerkhof aangepakt
Na de succesvolle aanpak van het herstel van de topniemenbanken, heeft onze Erfgoedvereniging Kèk Liemt (EVKL) een nieuwe klus te pakken. De werkgroep 'kleine cultuurhistorische elementen', met als voorman onze waarnemend voorzitter Harrie Raaimakers, is gestart met de aanpak van het herstel van het enige archeologisch monument dat onze gemeente telt: de oude kerkhof op de hoek Pastoor Dobbeleijnstraat/Kerkakkers.
Nadat in 2022 met succes een beroep is gedaan op gelden uit het Wijkberaad, zijn Harrie Raaimakers en Ger van den Oetelaar aan de slag gegaan om de jarenlang verwaarloosde plek weer het aanzien te geven dat, op basis van het plan van landschapsarchitecte Ada Wille, deze plek sinds 2003 kende. Immers, in het jaar dat de toen zelfstandige Sint Jans Onthoofdingparochie 400 jaar bestond, zegende toenmalig bisschop Gerard Hurkmans op 27 april 2003 deze historische plek in. Dat deed de bisschop door het besprenkelen van het houten herinneringskruis. Dit was destijds gemaakt van een Valse Christusdoorn. 20 jaar later is dit kruisbeeld, dat de tand des tijds niet doorstond, op 6 maart vervangen door een inlands eikenhouten exemplaar, gemaakt door oud medewerker van Brabants Landschap Gerard Traa. Medewerkers van Brabants Landschap -het hout komt uit De mortelen- brachten het kruisbeeld op de vroege maandagochtend naar Liempde, waarna leden van onze vereniging het kruisbeeld op z'n plek hesen. Dit moment werd door onze hoffotograaf Gerard Schalkx op de gevoelige plaat vastgelegd en gepubliceerd in het weekblad Brabants Centrum van donderdag 9 maart j.l.
De komende periode wordt de plek weer zodanig ingericht zoals bij de herinrichting van 2003 bedoeld. Wel met een groot verschil. Er komt geen wirwar van borden met tekst. Daarvoor in de plaats komt er een paneel met interessante info over deze unieke plek.
De werkgroep zoekt nog vrijwilligers die mee willen helpen bij het (toekomstig) klussen aan kleine cultuurhistorische elementen. Aanmelden kan via info@kekliemt of rechtstreeks bij Harrie Raaimakers. Benieuwd naar hoe de oude kerkhof weer aanzien krijgt. Neem dit voorjaar af en toe eens een kijkje. Het is vanuit ons dorp een mooi wandelingetje richting het Dommeldal.
Bij de foto -foto Gerard Schalkx- de werkers die het nieuwe kruisbeeld op z'n plek zetten. Vlnr Christ van Breugel, Kees Quinten, Arnold van den Broek, Mark Kapteijns, Bram Houben, Ger van den Oetelaar, Harrie Raaimakers en Toon Ondersteijn.
Arnold van den Broek, secretaris EVKL |
|
|
Archeokout 20
Daar zit je dan met je goede gedrag in Liempde en omstreken. Je hoedt je vee, verbouwt en bejaagt je eten, kortom je speelt het spelletje dat bij de Vlaardingen cultuur hoort. En dan komt er zomaar een horde ongeregeld aanwaaien en die allochtonen blijken dan ook nog uiteindelijk echte Liempdsen te worden... Dat zijn dan van die gek pratende forse bleekscheten met een grote bek. Ze hebben wagens getrokken door paarden en standvoetbekers en ze zijn nog geweldadig ook met hun strijdhamers. Kijk maar uit.
Hoeveel van de toenmalige bewoners zijn gebleven in leven en Liempde weten we eigenlijk pas nadat goed DNA onderzoek heeft plaats gehad op de resten die we wellicht ook niet meer hebben. Vermoedelijk zijn vooral vrouwen gebleven uit vrije wil of anderszins. Grote delen van de bevolking hebben een omvolking beleefd waar Thierry nog een puntje aan kan zuigen. Die revolutie kom je in oudere geschriften nauwlijks tegen. Heesters en Leeflang (beide 1987) lijken geheel onkundig van de grootschalige Yamnaya immigratie, maar ook in Coenen (2004) vinden we er niets van en het latere "Onder heide en akkers" (2009) meldt ook dat het traditionele bestaan gewoon werd voortgezet, zoals ook Antony dat doet in "The horse, the wheel and language" (2007). De overname van Europa door de Indo-Europees sprekende lieden uit de Donbas en omgeving is pas nieuw leven ingeblazen door de ancient DNA onderzoeken van ca 2010 en later.
De bronstijd was in allerlei opzichten een breuk met het verleden. Andere mensen, althans veel en erg anders, andere technieken zoals getrokken wagens en ploegen, een compleet andere taal, een grotere rol voor melk en brons! Nou... brons nog niet meteen, want er was hier helemaal niets waarmee zulks te maken was, nauwlijks koper, geen arseen, geen tin. Dat moest van elders komen, van heel ver. Op zich was dat niet zo'n groot probleem, want men was wel aan reizen en verplaatsing gewend. Maar waar betaal je die zooi mee? Ze hadden geen interessante ruilmiddelen, geen barnsteen of goud. Eigenlijk hadden ze alleen wat agrarisch spul, hout en stenen werktuigen. Wie wil dat nou nog. Een stenen schrabber of bijl of wat dan ook kon je meteen als oud vuil aan de straat zetten na beschadiging. Nee dan brons... dat kon je gewoon weer smelten en gieten tot nieuw nut. Die immigranten namen natuurlijk wel wat bronzen dingen mee, mogelijk ook de kennis om er iets mee te doen en connecties om te handelen, maar als je er als armlastige bevolking niet aan kan komen in de getale die je nodig hebt dan blijft het armoe troef. Kortom veel van de gewone agrarische praktijken moesten alleen al doorgaan om 's avonds wat te bikken te hebben. De geluksvogel die wel bronzen spulletjes had was natuurlijk de gebraden haan, had status (of andersom). Je zou zelfs kunnen beweren dat het bezit van brons de klassenmaatschappij heeft doen ontstaan.
En als je dan dood ging? dan opeens gaat het traditionele bestaan niet door. De grafcultuur veranderde direct (een goede aanwijzing voor revolutie!). Te doen gebruikelijk werd de dode verbrand en de as in een kuil gedeponeerd. Nu zijn er her en der heuvels met inhumatie graven, de enkelgrafcultuur. (Later, met de overgang naar klokbekers na 2400 v chr, worden er weer urnen bijgezet in heuvels.) De inhumaties zijn vermoedelijk alleen voorbehouden geweest aan belangrijke personen (de bronsbezitters?). Maar een hevige verandering ten opzichte van de weinig opvallende oude asbestemmingingen was het wel en daarmee gaat wellicht ook een totaal andere levensovertuiging gepaard. Zulks past ook prima bij de koergans van de Yamnaya's. En dan heb ik nog niet eens de invloed van de taalomslag naar het Indo-Europees meegewogen. Maar ach, als je ziet hoe snel onze tijdgenootjes zich van het Engels bedienen tegenswoordigs...
De vraag rijst of we de beginperiode van de Liempdse Yamnaya's wel tot de bronstijd moeten rekenen. Er was hier qua werktuigen eigenlijk nog een steentijd cultuur, maar de bronskennis was er en bronsbrengers brachten ook hun andere culturele waarden mee. Het was dus een bronstijd met schamele hoeveelheden brons. Dat kan natuurlijk ook te maken hebben gehad met de zeldzaamheid en de kostbaarheid van het materiaal; veel zal er omgesmolten zijn. Allengs na 2400 v Chr neemt het brons toe en de bronnen noemen dus ook verschillende jaartallen bij de bronstijd. Sommigen starten in 1800 v Chr of 2000 en ik kwam zelfs 2300 v.Chr. tegen. Mij lijkt het redelijk de nieuwe inzichten van ancient DNA onderzoek mee te nemen. De Yamnaya's vervingen 70% van de Midden-Europeanen rond 2700 v Chr. en 90% van de Engelsen rond 2400 v Chr. en dat deden ze via onze Rijnstreek! Het lijkt dus redelijk de enkelgrafcultuur als het begin van de bronstijd te zien.
Hoe dan ook, ik schrijf dit en ik beslis dat dus nu. Liempde verkeert in de bronstijd sedert ongeveer 2700 v Chr. Mocht u daar een andere mening over hebben, dan levert dat gespreksstof of misschien wel een heuse polemiek in kèk efkes.
Jaap van der Woude
Foto: Grafheuvel Toterfout |
|
|
Uit de school geklapt
Uit de oude doos,
In het begin van de jaren ‘70 kwamen er veel kinderen te voet naar school. De grens was de grens van de bebouwde kom: als je daar binnen woonde moest je te voet komen; als je daar buiten woonde mocht je met de fiets naar school komen.
Met de fiets komen hield in dat je bij de poort afstapte en te voet het hele pad langs de school liep en je fiets onder de fietsenberging zette, De andere leerlingen mochten voor school of tijdens het speelkwartier niet onder de fietsenberging komen. Er was altijd surveillance en als je langs school fietste of onder de berging stond kreeg je straf.
Spelen op speelplaats tot de bel ging en dan in de rij staan; na de tweede bel je mond houden. De juf/meester stond bij zijn/haar klas om toezicht te houden.
Als de klas aan de beurt was ging je geluidloos naar binnen om in de garderobe jouw jas op te hangen en je slofjes aan te doen: er waren veel zandwegen in Liempde en het zand moest buiten blijven.
Nadat je (geluidloos) op je plaats was gaan zitten begon de juf/meester met een gebed. Er werd een Onze Vader of Weesgegroet gebeden en daarna begon de les. Iedereen had de rust, die nodig is om in het onderwijs goed te presteren.
Later werden de kinderen binnen gebracht; na een minuut of 10 moeten de ouders, na een kusje, de klas verlaten. Iedereen moet nog even zwaaien en dan kan de juf/meester proberen om alles rustig te krijgen om met de les te beginnen.
Een keer raden om te weten wat ik het beste vind.
Wim van Erp
Foto evkl009320: Corné van Oorschot springt met fiets over 6 dappere jongens. Rechts kijkt Paul Saris toe. Foto is gemaakt door onze hoffotograaf Gerard Schalkx op Den Achterhof. |
|
|
Toponiem verklaard
Egelsgraaf
Egel, Eggel, Echel: een bloedzuiger. De bloedzuiger leeft o.a. op ondergelopen land. Deze weekdiersoort werd gebruikt voor medicinale doeleinden om bloed af te tappen in geval van (vermoedelijk) hoge bloeddruk, koortsen, enz. Ze kunnen tot vijf maal het eigen gewicht aan bloed opzuigen, d.w.z. 10 tot 15 cm3 per keer! In genoemde beemden of graven (= gegraven sloot; naam overdrachtelijk gebruikt voor aanliggend perceel) kwamen vermoedelijk veel bloedzuigers voor, die overigens niet alle tot de medicinaal gebruikte soort hoefden te behoren.
Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 244. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl.
Afbeelding afkomstig van het internet. |
|
|