Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave
2. Van de voorzitter
3. Actueel
4. Beeldbank voor bidprentjes
5. Oproep Lief en Leed
6. Archeokout
7. Brand Kerkeind
8. 's Liempds kerkhof een unieke plek, deel 2
9. Subsidie voor projecten van Kèk Liemt beschikbaar gesteld
10. Liempdse pauselijke zouaaf op Velder
11. Verdwenen werelden
12. Wilde Hop in het Groene Woud
|
|
|
Van de Voorzitter
Op de foto Mark Scheepens tijdens zijn lezing over het Dommeldal in en rond Liempde
Gesprek met de voorzitter van Heemkunde Boxtel.
Boxtel en Liempde zijn ook in het verleden lange tijd met elkaar verbonden geweest. Zo was Landgoed Velder eeuwenlang het jachtgebied van de Heren van Boxtel, bezaten deze heren de helft van de Kasterense Watermolen en werden we als hoge Heerlijkheid van deze heren bestuurd door de Drossaard van Boxtel.
Heemkunde Boxtel en Erfgoedvereniging Kèk Liemt hebben ook meerdere raakvlakken. Niet alleen omdat beide verenigingen onder de gemeente Boxtel vallen, maar ook de doelstellingen komen op veel vlakken overeen. En er is meer. Heemkunde Boxtel heeft leden uit Liempde en Kèk Liemt heeft leden uit Boxtel. We hebben zelfs een aantal gemeenschappelijke leden. Henk van Beers, de voorzitter van Heemkunde Boxtel, is daar een sprekend voorbeeld van. Maar ook bijvoorbeeld Arnold van den Broek en Wilbert Steenbakkers. Hoogste tijd dus om eens na te gaan of we onze samenwerking kunnen intensiveren. Na een goed gesprek met Henk van Beers en Hanneke van der Eerden, ook lid van beide heemkunde=/erfgoedverenigingen, was de conclusie al snel dat er zeker mogelijkheden liggen. Zo zou Kèk Liemt bijvoorbeeld kunnen participeren in de Kroniek die Heemkunde Boxtel 4x per jaar uitbrengt. Ook zien we mogelijkheden om in gezamenlijkheid excursies en lezingen te organiseren. Wat het bestuur betreft een mooie kans om een win-win situatie te creëren voor beide verenigingen. Wil je meer weten over Heemkunde Boxtel, bezoek dan hun website https://heemkundeboxtel.nl . Met de Algemene Leden Vergadering op 17-03-2025 staat dit punt op de agenda.
Lezing Dommeldal.
Op maandagavond 28 oktober j.l. is in de schuur van bezoekerscentrum 'D’n Liempdsen Herd' een lezing gehouden over de Dommel en het Dommeldal in en rond Liempde. Deze lezing werd verzorgd door een medewerker van Waterschap De Dommel, Mark Scheepens. Mark komt uit Olland en is met de Dommel opgegroeid. Al op vroege leeftijd was hij te vinden aan de waterkant om te vissen. Enthousiast en in heldere bewoordingen wist hij de toehoorders te boeien met interessante wetenswaardigheden en feiten over de rivier en haar stroomgebied. De vele bezoekers, bijna 40 in totaal, kunnen terugkijken op een avond die zeker de moeite van het bijwonen waard was.
Cultuurhistorische route Liempde.
Tot onze grote verbazing lagen er plotsklaps informatiefolders van de Liempdse cultuurhistorische route in 'D’n Liempdsen Herd.' Deze folder is op verzoek van de gemeente door onze vereniging in de personen van Wim van Erp en Kees Quinten al ruim een jaar geleden ontwikkeld..., ons geduld is beloond, want het resultaat stemt tevreden. De route leidt de wandelaars langs een aantal monumentale panden en kunstwerken in Liempde. Zoals de oplettende wandelaar inmiddels geconstateerd heeft, de huidige informatiebordjes bij deze panden en kunstwerken zijn inmiddels onleesbaar. Destijds is daarom door EVKL tevens het plan opgepakt deze te vernieuwen. Met een door de gemeente goedgekeurd ontwerp van de informatiebordjes dachten we snel aan de slag te kunnen. Helaas hebben externe factoren, waar ik de lezer verder niet mee zal belasten, voor de nodige vertraging gezorgd. Maar nu is het dan eindelijk zo ver.
Vrijwilligers van de ervaren bouwploeg van SPPiLL, die al sinds het voorjaar in de startblokken stonden, zijn op dinsdag 5 november enthousiast begonnen met voorbereidende werkzaamheden. Hierna worden de bestaande bordjes vervangen. Er worden ook een aantal nieuwe bordjes geplaatst zoals bij de gerestaureerde boerderij op Eikendaal 6. De coördinatie van de uitvoering van dit project is in handen van Peter van Vorstenbosch. Peter is behalve lid van EVKL een gedreven vrijwilliger bij de bouwploeg van SPPiLL. In deze nieuwsbrief houden we jullie op de hoogte van de vorderingen van dit project.
Harrie Raaimakers |
|
|
Actueel
17 november Gastvrij Liempde wandeling naar Velder.
Onze leden Els Vissers en Jan Zandbergen, gidsen van Gastvrij Liempde, houden komende zondag een wandeltocht op Velder. Vertrek op eigen gelegenheid om 10:00 uur vanaf bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Kosten 5 Euro bij vertrek te voldoen aan de kassa van het bezoekerscentrum. Na afloop staat er een kopje koffie of thee voor u klaar bij de kachel in d'n herd van D'n Liempdsen Herd.
25 november 3 korte lezingen en presentatie boek 'Liemt Wind Wijzer.'
Leden van onze vereniging konden hiervoor voorintekenen. Dit in verband met de maximale bezetting in dienstencentrum De Kloosterhof van 90 personen. 31 leden met aanhang maakten hiervan gebruik. Overigens niet getreurd wat de lezingen betreft. Deze worden uitgebreider verzorgd in de eerste 3 maanden van 2025. U kunt zich niet meer opgeven om bij de bijeenkomst aanwezig te zijn. Wie het Brabants Centrum van vorige week nog heeft. Daar staat een mooie puzzeltocht in rond Liemt Wind Wijzer. Zie foto.
Het boek is in beperkte oplage beschikbaar. Hebt u interesse? Mail dan naar gerard_co@hotmail.com De kosten van het boek bedragen 15 Euro.
Foto weekblad Brabants Centrum
14 december - jubileumbijeenkomst 50 jaar Kèk Liemt.
Binnenkort ontvangt u voor deze speciale bijeenkomst in café Het Groene Woud een uitnodiging. Er wordt een Brabantse koffietafel geserveerd, onze overkoepelende organisatie Brabants Heem doet een woordje, er is de boekpresentatie van 50 jaar Kèk Liemt en er is een optreden van Gerard Schalkx.
Opgave is noodzakelijk. Niet partner-leden van onze vereniging zijn eveneens van harte welkom maar daarvoor is wel een bijdrage van 15 Euro verschuldigd. RESERVEER 14 DECEMBER WEL AL IN UW AGENDA. |
|
|
Beeldbank voor bidprentjes
Na een jaar van voorbereiding hebben we een nieuwe mijlpaal bereikt:
Een beeldbank voor bidprentjes
Vanaf november 2023 zijn onze leden Betty van der Schoot en Ellen van Giersbergen bezig met het scannen en beschrijven van de duizenden bidprentjes dit Kèk Liemt in zijn bezit heeft, bedankt dames voor jullie inzet.De technische ondersteuning is in de bekwame handen van Wilbert Steenbakkers die dit klusjes ook voor Heemkunde Boxtel uitvoert.
De eerste 624 bidprentjes zijn te vinden met het onderstaande linkje:
https://www.beeldbankliempde.nl/cgi-bin/bidprent.pl
Komende maanden zullen er regelmatig nieuwe groepen bidprentjes worden toegevoegd, we zijn nog wel een poosje bezig voor alles is gedigitaliseerd en we klaar zijn voor de toekomst.
Els Vissers |
|
Oproep Lief en Leed
Beste leden,
In het leven gaan vreugdevolle en (helaas ook) vervelende of droevige gebeurtenissen hand in hand. Ook bij onze leden is dit zo. Wij, bestuur en leden van de vereniging, vinden het van groot belang om belangstelling te tonen voor vreugde, tegenspoed en verdriet.
Daarom zijn we op zoek naar leden die, namens onze Erfgoedvereniging, bij bijvoorbeeld jubilea, langdurige ziekte en/of overlijden op de koffie gaan om gelukwensen over te brengen, een praatje maken, een luisterend oor te hebben of medeleven te betuigen. Immers wij zijn er voor elkaar.
Voel je hier iets voor, neem dan contact op via info@kekliemt.nl
Wilbert Steenbakkers |
|
|
Archeokout 39
Het doel van het leven, volgens de hoofdpersoon in Rob van Essens Libris prijswinnend boek "Ik kom hier nog op terug" (2023), is het meemaken van verandering. Interessant. Maar wat is dan verandering genoeg om bij te dragen aan dat doel? Hoe groots en meeslepend mag of moet een veranderingsgebeurtenis zijn? Wie merkt het op, schat het op waarde en voor wie is dat ingrijpend genoeg om een bewuste toevoeging aan de zin van het leven te zijn? Dat meneer Trump de verkiezingen won is zeker iets om over na te denken, maar vooralsnog verandert dat weinig aan ons bestaan. Echter in samenhang met de algemene verrechtsing wordt dat anders. Een complex van veranderingen is uitermate interessant en/of ingrijpend.
Daar hadden de Liempdsen uit de tweede helft van de Romeinse overheersing ook flink mee te maken. Vanaf de Bataafse opstand was het een eeuw lang tamelijk rustig geweest met een relatief stabiele overheid en alle tijd voor aanpassing aan de culturele verleidingen van die rare jongens. Aan het eind van de tweede eeuw veranderde dat aanzienlijk. Het was hommeles in Rome met op en afgaande keizers en neven-keizers en veel interne strubbelingen die aan de Limes leidde tot onzekerheid. Naar des keizers believen werden troepen aan of afgevoerd met de te verwachten invallen van Germanen en noodzakelijke herstel operaties als gevolg. Het Brabantse volk werd hard getroffen, enerzijds door de rovende, brandschattende en moordende noorderlingen, anderzijds door de toenemende belastingdruk van de overheerser, en dan hebben we nog maar even niet over de totale verarming van de grond door overproductie en ontbossing. Daar komen dan nog wat grote epidemieën bij met duizenden doden per dag. Germania Inferior liep leeg, wie bleef leven zocht zijn heil zuidelijker.
Nee de derde eeuw nbj was allerminst plezant, want de invallen en piraterij van Germanen gingen zuidelijk door tot de Via Belgica, de weg van Keulen naar Boulogne. Het was gedaan met de schattige maar lastige ongeregeldheden van kleine stammetjes. Het werd menens door grotere verbanden, de Saksen in het noorden en langs de kust, de Franken, een conglomeraat van grensstammen langs een groot deel van de Limes en de Alemannen in Zuid-Duitsland. De Romeinen behoefden een groter leger, maar wie moest dat betalen? De bevolking was danig uitgedund in heel het Romeinse Rijk door een eeuw van pandemieën, pokkenachtig en ebola-achtig; het loon van globalisering en legerverplaatsingen. Dat leidde tot monetaire aanpassingen, lagere zilvergehaltes in het geld en dus ook tot lager vertrouwen en intern gemor.
Bovendien slachtten legers van de Romeinen elkaar rond 270 nbj onderling af in het gevecht om het Gallische Keizerrijk van Postumus. Dat verzwakte de verdediging nog meer, zodat de Franken en Alemannen vrij spel hadden en Keulen, Maastricht, Tongeren en Bavay met de grond gelijk maakten en niet veel later stonden ook Trier, Metz en Parijs in de fik. Toch rechtte het Romeinse rijk nog even de rug en versloeg de Franken en Alemannen om daarna nog een kleine 80 jaar relatieve rust te garanderen.
Midden in de vierde eeuw was er zelfs een kleine militaire opleving onder Constantijn de Grote zij het in een kleiner gebied. Germania Inferior werd opgegeven en diende vooral als een bufferzone ter beveiliging van het rijk. De Limes was zo lek als een mandje, de legers werden zuidelijker ingezet ter beveiliging van de steden en dus lag de boel open ter plundering. De omgeving van Keulen raakte geheel ontvolkt en in Brabant was het al niet veel beter. Door gebrek aan mensen en productie kon voor bevoorrading niet anders gezorgd worden dan via import over de door piraten onveilig gemaakte zee. Niet handig en duur.
Voor de toenmalige Liempdse bevolking, die in meerderheid al dood of gewoon weggetrokken was kwam daar nog een herbevolking van Brabant, of liever Toxandrië bij. De Salische Franken (min of meer uit Salland dus) kregen het verwaarloosde en schrale land toegewezen, mits ze zich in zouden zetten in het Romeinse leger. De oude truuk, vijanden inkapselen tot foederati. Dat bleek uiteindelijk het einde van de Romeinse overheersing alhier in te luiden. Hè hè zijn we eindelijk van die rare jongens af. Wat Asterix noch Obelix lukte deed de Frank. Werd het er beter van?
Ach wat is beter? in onze moderne ogen was het allemaal verschrikkelijk. En onze dorpsgenoten uit die tijd hebben ten minste veel van het doel van het leven kunnen genieten. Van Eburonen naar Romeinen, Bataven en Toxandri met elke halve eeuw wijziging van macht en onmacht, plundering en epidemie om daarna te ontvolken en dan de Franken over zich heen te krijgen. De veranderingen stapelden zich op. En ten laatste zitten ze met een ultra rechts kabinet en een gevaarlijke gek in het wite huis. Heerlijk zo'n doel van het leven, je zult maar Liempds zijn.
Jaap van der Woude |
|
|
Brand Kerkeind
Foto: getroffen gedeelte van Kerkeind (kadastrale kaart 1832)
Brand kerkeind
Op 23 mei 1864 wordt Liempde getroffen door een grote uitslaande dorpsbrand waarbij 13 huizen, waarin 19 gezinnen wonen, compleet afbranden. Er raken 76 personen dakloos. Ook de schuurkerk en pastorie worden door de brand verwoest.
De brand ontstond omstreeks 13.30 uur op de zolder van het huis van bakker Antonius van den Broek. Deze woonde in de buurt Kerkeind op de locatie waar later de winkel van Christ Putmans – huidige Kapelstr 4a - is gevestigd. Op het moment dat hij met zijn gezin aan het middagmaal zat ontwaarde hij een rook die van de zolder van zijn huis afkwam. Vervolgens snelde hij met zijn huisgenoten en toegesnelde buren naar de zolder maar was al te laat. De vlammen grepen om zich heen en het huis stond binnen enkele seconden in vuur en vlam. Door de krachtige noordwesterstorm breidde het vuur zich al snel uit naar de naastgelegen woning van weduwe Wilhelmus van de Staak. De brandspuit met personeel en een groot aantal toegestroomde mensen konden niet voorkomen dat het vuur aangewakkerd door de hevige wind zich uitbreidde. In een tijdsbestek van 15 minuten – zo staat in het gemeentelijke archief - stonden 13 huizen, de pastorie en de kerk met toren in brand. De bewoners hebben slechts enkele minuten de tijd gehad hun vee en inboedel in veiligheid te brengen. Behalve het grootvee ging bijna alles in vlammen op. Vervolgens werd alles gedaan om te voorkomen dat de brand zich nog verder uitbreidde. Het huis van Smid van de Laar – op de locatie Dorpsstr. 35 waar nu een oldtimermuseum is gevestigd – was gedekt met pannen i.p.v. stro en bleef gespaard. Wel brandde hier achter het huis een mijt hout af. Deze vatte vlam doordat er brandend stro van het dak van zijn buurman, Café van van Apeldoorn – later “de Punder”, Dorpsstr. 37 – op terecht kwam. Door preventief te blussen en het verplaatsen van brandbare stoffen zoals musterd-, hout- en hooimijten, wist men het vuur hier te stoppen. Vervolgens is men begonnen met nablussen ,met water en met aarde. Toen de twee brandspuiten die op verzoek van burgemeester Johannes van de Sande uit Boxtel waren gearriveerd, hebben die nog geassisteerd met nablussen. Na uren van werk was de brand gedoofd. De schade was voor Liempdse begrippen enorm. De waarde van de afgebrande huizen bedroeg in totaal ƒ 39.570,00. Ook was het meeste van het onroerend goed, huisraad, kleding en opgeslagen voedsel verloren gegaan. Ook levende haven waaronder twaalf varkens en een geit zijn in de vlammen omgekomen Van de kerk, pastorie en toren zijn alleen de stenen muren overeind gebleven. De hitte was zo hevig dat de torenklokken half gesmolten naar beneden kwamen. Met moeite hebben pastoor van de Heuvel en kapelaan Verhees de heilige vaten, een zilveren kelk de ciborie1), 2 ampullen2) en 2 kandelaars weten te redden. Van alle meubels in de kerk maar ook het kerkelijk archief met alle registers en aantekeningen is niets gered. Ook verschillende voorwerpen van de gilden van de H. Barbara en Catharina die hun uitrusting, zoals schilden, sjerpen en vaandels in de kerk hadden opgeslagen zijn verloren gegaan. Later zijn de gesmolten resten van het gildezilver teruggevonden en voor ƒ 30,00 verkocht. Dit geld is vervolgens onder de armen verdeeld. De kerk is meteen voor nood gerestaureerd. Na 2 tot 3 weken was het dak weer hersteld. De pastoor en kapelaan zijn opgevangen door de burgemeester en na een paar dagen hebben ze enige tijd onderdak gehad, tot het noodhuis klaar was, bij Cornelis van Apeldoorn. Pastoor van de Heuvel, 68 jaar oud, heeft na de brand niet lang meer in Liempde gewoond. Hij was zo van slag geraakt dat hij zijn ontslag vroeg. Hij is opgevolgd door de “bouwpastoor” Albertus Raaijmakers.
Om de getroffen gezinnen enigszins tegemoet te komen heeft het gemeentebestuur aan omliggende gemeenten verzocht collecte te houden. Boxtel, Den Bosch, Schijndel, Veghel, Best, Esch, Haaren, Helvoirt en Oisterwijk hebben dit verzoek ingewilligd. Vught, Den Dungen, St-Michielsgestel. St-Oedenrode, Woensel, Eindhoven Oisterwijk, Moergestel en Udenhout zijn hier niet op ingegaan. In Liempde zelf is men direct begonnen met het inzamelen van huisraad, kleding e.d. om de eerste nood te ledigen. Ook werd er ƒ 300,00 ingezameld, waarvan ƒ100,00 van één gulle gever. Later is de totale schade begroot op ƒ 65.000,00. Van dit schadebedrag was slechts ƒ 37.885,00 verzekerd.
1) Een zilveren of gouden kelk met deksel waarin geconsacreerde hosties worden bewaard. 2) Glazen of metalen schenkkannetje wat tijdens de eucharistieviering wordt gebruikt om water en wijn in de kelk te schenken.
Jan van de Sande |
|
|
's Liempds kerkhof een unieke plek, deel 2
Het kerkhof vormt ook een bron voor mystiek, waaruit men naar behoefte, draagkracht, gerichtheid en vermogen op eigen wijze putten kan. Op het kerkhof lonkt de eeuwigheid. Op het kerkhof zwijgt de levende en klinkt onhoorbaar de roep naar dialoog met de Eeuwige, de Onmetelijke, de Almacht. Op het kerkhof viert het besef van de betrekkelijkheid van het aardse menselijke bestaan hoogtij. Hier verbleken menselijke maten en voelt de mens zich klein in het licht van verleden naar toekomst. Hier wordt men uitgedaagd tot verdraagzaamheid, bezinning, medeleven op de weg naar innerlijke vrede, op de weg naar het altijddurende, het eeuwige.
Het kerkhof is ook de plaats waar historie van de levenden deels begraven ligt. Een persoonlijke historie, die vandaag waarneembaar is en morgen in vergetelheid beleefd wordt. Door mijn werk als huisarts van 1965 tot 2003 heb ik in Liempde en daarbuiten vele mensen mogen ontmoeten. Gezonde en zieke, stervende en gestorven mensen. Van deze mensen zijn er na hun dood enkele honderden op het kerkhof begraven.
Gisteren, toen de zon haar gouden stralen op de grafmonumenten wierp, was ik er en keek naar de namen op de grafstenen. Ik zag: Mientje, die slechts kort mocht leven en met zilveren vleugeltjes een engeltje was; Anna, die bij een bevalling tijdens de persweeën riep dat ze geen kinderen meer wilde en er toch nog drie kreeg; Dorus, een vrijgezel, die het hart op de goede plek had en aan een hartstilstand was overleden; Stien, een zwartgallig type, die graag met Dorus had willen trouwen en er nu naast lag; Narus, die met een maagzweer in de kerk ter communie ging, meende dat hij niet sterven kon en toch begraven was; Willemien, een dikkerdje, zag ik met een voorgeschreven recept om te vermageren en een taart van de bakker huiswaarts keren. Zij gunde zich geen tijd om te leven en rustte nu in vrede. Ik hoorde Marinus, die enkele dagen voor zijn sterfbed zei:
De kermis van ’t leven
Is t’r af.
‘k Wil hier wel blijven
Mêr ‘k weet goed,
’t ênd is in zicht.
‘k Ben oud, bekant 95
’t Is men genog
Es ge oud bent,
Is ’t rollik we
’t Is skôn gewist
Ik zag ook Bertus, die met iedereen accorderen kon, nauwelijks lagere school had gehad en toch wijs was; Mijntje met een zuur gezicht op de fiets en Johanneke stralend van vrede op zijn sterfbed. Ik herkende ook Marie, die veel uithuizig was en nu in een aarden kruik, onder een zwart marmeren steen, huisde. Kortom ik zag die en die en die. Allemaal mensen met wie ik het leven had mogen delen. Ik zag mijn eigen schilderij, mijn levensschilderij met een vage omranding. Het was nog niet af. Dora, Johan, Mien, Corrie, en vele anderen, zij waren het die mede kleur en inhoud aan mijn leven gegeven hadden. Al schouwende naar mijn eigen levensschilderij werden de kleuren levendiger en werd de inhoud voller, naarmate ik hen in hun leven bevestigd had. Mijn schilderij kwam op het doodse kerkhof tot leven, mede door hen. Het werd rijker, mooier, mede door hen. Mijn schilderij straalde een warme tint uit, welke echter verkilde bij de idee dat een mens kan leven alleen voor zichzelf. Geen bloemen kunnen bloeien zonder de warmte van de zon, geen mens kan leven zonder de warmte van vriendschap stond er op mijn schilderij.
De zon kroop achter licht grijze wolken toen een geluid klonk. Ik ging er heen. Het was de stem van de doodgraver: 'Bovenaards leven gelovigen en ongelovigen, armen en rijken, zieken, gezonden en melaatsen, misdeelden en misplaatsten, pessimisten en optimisten, machtigen en machtelozen, denkers, dichters en moordenaars en mensen zoals gij en ik. In het onderaardse is het anders. Daar zijn wij allemaal gelijk. Of je nu wethouder, boer of klompenmaker bent geweest, pastoor, dominee, imam of rabbi, hier op het kerkhof in de schaduw van de kerk van de onthoofde Johannes slaat de klok van de geraamtes voor iedereen op dezelfde wijze' meende de grafdelver, die met een been in een halfgedolven kuil stond en prat ging op de schoonheid van de Liempdse dodenakker.
De kerkklokken begonnen te luiden
Eerbied voor de doden
Leef voor de levenden
Vrede in allen
Geluk in eeuwigheid
galmde het over de begraafplaats.
De zon kwam weer te tevoorschijn en de hemel kleurde zich blauw, toen ik naar huis toe ging. Op weg hierheen zag ik Janus. Hij was op de fiets. Janus, die liever een borrel dan het Heilig Oliesel had, zwaaide me breedlachend toe. 'Lekker weer hé' riep hij, 'tot Allerzielen'.
Roger van Laere, oktober 2004
Foto november 2024 collectie Arnold van den Broek. |
|
|
Subsidie voor projecten van Kèk Liemt beschikbaar gesteld
Op 1 november j.l. heeft Het Groene Woud positief besloten over de LEADER-Subsidie. In samenwerking met SPPiLL en Natuurwerkgroep Liempde is ook voor erfgoedprojecten geld beschikbaar gesteld. De totale Liempse aanvraag gaat over Versterking Cultuurhistorisch Super-ensemble in Liempde. De volgende Kèk Liemt-deelprojecten zijn onderdeel van deze gehonoreerde aanvraag: Deelproject 2 - 10 veldpoorten / toponiemenpoorten; Deelproject 5 - 5 kilometer herstel zandwegen; Deelproject 11 - Educatie: cursus behoud Liempdse boerderijen; Deelproject 13 - Educatie: fietstocht + wandeltocht met verhaal cultuurhistorisch super-ensemble (5x); Deelproject 16 - Gehucht Kasteren en Het Groene Woud; Deelproject 21 - Oude structuren herkenbaar & beleefbaar.
Het grootste Kèk Liemt-project is deelproject 16 (projectkosten ca € 75.000) dat onder andere bestaat uit het Kasterenboek, gebiedsexcursies en een aantal landschapsversterkende maatregelen. De illustratie geeft de kartuizerhoeve Het Groot Duijfhuis weer.
Vorig jaar, op 23 oktober 2023, is vanuit een erg brede bijeenkomst in D’n Liempdsen Herd gewerkt om te komen tot Liempdse LEADER-Projecten. Kèk Liemt, Natuurwerkgroep Liempde en andere groepen hebben er voor gekozen om deze aanvraag vanuit SPPiLL te doen. Dit versterkt de positie die SPPiLL heeft en samenwerking is een van de doelen van LEADER. In totaal gaat om ca € 700.000 projectkosten waarvan bijna € 300.000 LEADER-subsidie. Veel van de projectkosten & financiering bestaat uit gekapitaliseerde vrijwilligersuren (€ 22,-/uur) Een gedeelte van de subsidie wordt gebruikt voor de professionele begeleiding en verantwoording vanuit SPPiLL.
Ger van den Oetelaar |
|
|
Liempdse pauselijke zouaaf op Velder
In 1837 werd Hoeve De Boschakker (nu Velder 17) een hoeve met een heerenkamer gebouwd. Dit gebeurde door de eigenaar van Velder, Johannes Diepen. Hier woont sinds 1838 boswachter en jachtopziener Adriaan Abrahams (1800-1867), hij vervult die functie voor familie Diepen. Adriaan blijft ook jachtopziener en boswachter voor de familie Van Boeckel tot 1857. Adriaan en zijn vrouw Petronella Vervoort (1801-1869) hebben nog een bijzondere bijdrage aan de Liempdse geschiedenis geleverd. Ze krijgen op Velder op 7 augustus 1838 een zoon Cornelis Abrahams (1838-1895). Deze Cornelis is de enige Liempdenaar die als pauselijk zouaaf zal intekenen en meevechten. Zo neemt hij deel aan de Veldtocht van 1867 en aan Slag bij Mentana. Zouaven zijn pauselijke soldaten (zie illustratie) die zich vrijwillig hebben gemeld om de paus Pius IX (1846-1878) te helpen tegenover agressieve buurstaatjes in Italië die de pauselijke staat bedreigen. Het zouavenleger bestaat uit 11.000 man, 3.000 Nederlanders en dus één Liempdenaar.
Ger van den Oetelaar |
|
|
Verdwenen werelden
Als ik een foto van een boerderij zie die lang geleden is genomen, overvalt me een gevoel van medeleven en heimwee. Zeker als het achtererf in beeld is gebracht en de bewoners voor de lens poseren. Aan alles is de hardheid van het boerenbestaan af te lezen: de schuchtere blik, sobere kleding, grove handen, gelooide koppen, vuil in de huidplooien. De boer houdt een paard bij de teugel. Of een geit. De kat en hond zijn ook aangetreden.
Zo’n foto wekt bij mij ontelbare herinneringen aan geuren, beelden, geluiden en gebeurtenissen. Als kleine jongen logeerde ik regelmatig bij boeren en deed wat ik kon om de welvaart van het bedrijfje in een oogwenk omhoog te stuwen. Gekleed in een manchester broek en een jek met een kraag van konijnenbont en lopend op klompen schoot ik varkenshokken uit, bond schoven, brak mest op het land, keerde hooi, ververste stro onder de koeien, sneed bieten. Ik raapte erpels (aardappelen), plukte erdbizzeme (aardbeien) en knoezels (kruisbessen). Zaaide voren in, joeg broedse hennen van de nesten om de eieren te kunnen rapen, trok op mistige herfstdagen pisknollen uit de grond en wierp die op de platte wagen, sneed bieten, schoffelde, haarde de sikkel en zeis, stak voer af bij de voerkuil. Ik liet me meesleuren achter de ploeg (‘Het gaat vanzelf, het paard weet wat het moet doen’ en weg was de boer en stond ik met de teugels in de hand achter een paard dat er meteen de vaart inzette) en als ik het hok van een of meer beren (mannelijke varkens) moest schoonmaken, hield ik de soms humeurige beesten argwanend in de gaten. Ik had gezien hoe ze kippen die in hun hok gegooid werden, levend opvraten en veel groter dan een kip was ik toen niet. Ik moet angsten uitgestaan hebben bij dat werk, want in dromen die later regelmatig terugkeerden, werd ik achtervolgd door een groot, woest varken. In een andere droom durfde ik bij het stro verversen niet achter de koeien door: ik was er bijna zeker van dat ik doodgedrukt zou worden tussen hun enorme lijven en de muur.
Als het herfst werd, de middag bijna verstreken was, de schemer inviel, ontstond er op de boerderij een sfeer die me altijd is bijgebleven. Er kwam beweging op de deel. Voer werd op kruiwagens binnengereden. Melkkrukken werden bij een poot opgepakt, er rammelden emmers. De stalraampjes waren beslagen door de adem van de stommelende, malende en zuchtende koeien. Geel licht van stallampen bescheen witte, grauw bestofte muren. Spinnenwebben hingen als kleine vogelnetten aan de zoldering en hadden in plaats van sijsjes en vinken haverkaf gevangen. Van balken hing stoffig strotouw. Over schotten waarachter kalveren of vaarzen stonden, lagen hamen, zelen en zadels. Koeien lagen te herkauwen op stro. Ze hoestten. Kwamen overeind. Hoeven maakten kabaal, schoven uit, lijven bonkten, kettingen rinkelden.
Ik logeerde als kind bij verschillende boeren zoals bij de familie Van de Laar aan de Hezelaarsestraat en de familie Van Mensvoort aan de Barrierweg. Juul, de jongste dochter van boer Van Mensvoort, was bevriend met mijn ouders. Zij zou later kleuterleidster worden, maar in die tijd woonde en werkte ze nog op de boerderij. Als ze tegen de avond de koeien ging melken, schoof ze voor ze op een krukje in het stro ging zitten met haar klomp meestal een verse vla opzij. Haar schouder schuurde langs de koeienbuik. Ze rekte haar armen om bij de verste tepels te komen, haar nek en oor drukten tegen de koeienflank. ‘Allee, blijf staan. Hé, blijf nou toch ’s staan!’ Ze sloeg de koe met haar vlakke hand op een bil als die toch haar poten verzette of opzij of naar achter uitweek. Haar met een rode doek ombonden hoofd leunde tegen de koeienflank terwijl stralen melk zich boorden in het schuim in de emmer. Overal geluiden van leven, van zwoegend leven. En als ze me ’s avonds voor bedtijd op schoot nam, rook ze naar koe. Koe rook niet altijd hetzelfde. Het hing af van het voer dat ze gekregen had. Koeien kregen brokken die melig roken, of kuilvoer, ingekuild gras dus dat zurig rook. Ze kregen ook verse knollen die naar het land buiten roken, of gesneden bieten. En terwijl het melken op stal in volle gang was en de stralen tegen de bodem van emmers spoot of zich ruisend in het schuim boorde, schoot af en toe de schim van een kat voorbij of hij kwam voorzichtig te voorschijn en begon zich, zittend in de schaduw van een schot, te wassen. Likte haar poot en wreef daarmee over haar kop.
Na het melken en voeren, rond acht uur, heerste in de stal en boerderij de rust van een verlaten kerk. Er brandde een flauw licht. De kauwende kaken maalden leven uit het gras. De hostie in de vorm van opgeboerd gras werd opnieuw ingeslikt. De aarde zelf kwam tot rust. Het mos en de bomen buiten sukkelden in slaap. De rust was zo volmaakt dat ze eeuwig leek te gaan duren. Het was helemaal niet meer nodig dat er een nieuwe dag aanbrak. Die zon hoefde niet meer op te komen. Rossig glansden de koeienvachten in het zwakke stallamplicht. En hier en daar beefde een spinnenweb.
De geuren die hoorden bij de boerderij, zijn onvergetelijk. Die van stro, mul zand, bieten, ingekuild veevoer, koeienkoeken, tuigleer, tot poeder vervallende baksteen, takkenbossen van elzenhout, as, melk, de mest van koeien, paarden, kippen, varkens. Elke diersoort maakt mest met een eigen geur. Ook de geluiden blijven klinken: het gebonk op de deel, gerammel van kettingen, het slaan (met een hoef op de grond bonken) van een paard verder weg in zijn stal, gegil van ratten die in het nauw werden gedreven en afgemaakt, rauw geslurp van varkens aan de trog, gehuil van de kettinghond in de bittere kou van herfstnachten. En ik zie, met mijn voeten op de dissel, hoe er opeens een opening in de achterkant van het paard ontstaat, onder de geknotte staart, en er een lichtbruine drol naar buiten komt die afbreekt en over de leren riem onder zijn billen op straat tuimelt.
Het is weer herfst. Ik stap ’s avonds wel eens op de fiets en rijd enkele uren rond op het platteland. Het is donker, ik volg smalle weggetjes waar boerenkarren aarde gemorst hebben, ruik de geuren die boven de bermen en velden hangen, adem de koude lucht in. Er zetten zich dauwdruppels af op het groen, er brandt geel licht in de boerenkeukens met hun kleine ramen. Afgesneden bietenkoppen liggen op een hoop bij elkaar, de bladeren slap als de kammen van afgehakte hanenkoppen. Gebonk en gerammel van kettingen rollen door de avond en kloppen op de grond en schudden aan de kale beukenheggen die diep in slaap verlangen naar meikevers. De lucht van kuilvoer bewaakt het erf, de hond gooit op zoek naar zichzelf, naar echo, een blaf de zwarte hemel in en krabt zijn vacht. Muizen, beweeglijke halskralen van boom en struik, ritselen onder bladeren en zenden onhoorbaar scherpe piepberichten uit. De dauw is soms zo sterk dat er druppels van de kale takken vallen. De avond is nat als een broek die zonder te zijn uitgewrongen aan de waslijn is gehangen.
Maar het is moeilijk nog een boerderij te vinden die iets van het oude herbergt.
Er is geluk nodig om dieper in de herfst ’s ochtends ijspegels aan de rieten dakranden te zien hangen. Om het op de akkers achtergebleven maisloof in de vorst te horen kraken. Als de kou in mijn vel bijt terwijl ik door het buitengebied fiets, denk ik aan regels van de Duitse dichter Rilke. ‘Wie nu geen huis heeft, bouwt het niet meer. Wie nu alleen is, zal het lang blijven. Zal wakker zijn, lezen, lange brieven schrijven.’ Het is zaak om ergens thuis te horen als het zo laat in het jaar is. Ergens binnen te zijn als de kou ondraaglijk wordt. Zich te kunnen schurken aan de warmte die de platte kachel uitstraalt en zo mogelijk aan een lief. Het geschraap te horen van stoelpoten op plavuizen, klokgetik waarmee de tijd ons als een weidepaal steeds iets dieper de grond in slaat.
Zo’n oude foto van een boerderij laat een wereld en een wijze van leven zien die verloren zijn gegaan. En terwijl ik ernaar kijk, besef ik dat alleen iemand die in die wereld geleefd heeft, weet hoe het leven toen was en wat er zich afspeelde. Alleen wie het boerenleven zelf heeft geleefd, kan er nog de geur van opsnuiven. Terwijl ik me dat realiseer, besef ik dat er ontelbare werelden moeten zijn geweest die allemaal verloren zijn gegaan en dat het onmogelijk is te achterhalen of aan te voelen hoe die werelden werkelijk waren. De tijd is een put zonder bodem waarin alle levens en werelden verdwijnen. Over blijft stilte. En soms een foto. Een foto die iets laat zien. Maar die nog veel meer verbergt.
Jasper Mikkers |
|
Wilde Hop in Het Groene Woud
Op zoek naar een verloren smaakmaker. Afgelopen jaar zijn we met onderzoekers van Inholland Amsterdam en leden van Natuurwerkgroep-Liempde, Erfgoedvereniging Kèk Liemt én brouwers uit Liempde en Boxtel in de leembossen rond Kasteren en Liempde op zoek gegaan naar verwilderde nazaten van de hop die in de late middeleeuwen in de omgeving werd gecultiveerd.
Op zaterdag 30 november komen we weer bij elkaar in bezoekerscentrum D’n Liempdsen Herd om te horen over de uitkomsten van het DNA-onderzoek én de eerste bieren te proeven die we met deze wilde hop hebben gebrouwen. Zaterdag mogen we tevens enkele sprekers verwelkomen die verschillende aspecten onder andere van hop uitlichten. Het precieze programma volgt nog:
12.45 inloop met koffie
13.00 lezingen afgewisseld met proeverij
15.00 borrel/bier
16.00 einde
Vind je het leuk om meer te weten te komen over dit stukje levend erfgoed? Voel je dan van harte uitgenodigd op deze vervolgbijeenkomst.
Nadere informatie volgt spoedig. Meld je alvast aan op
johanverspay@erfgoedbrabant.nl De toegang is vrij.
Locatie:
Bezoekerscentrum D’n Liempdsen Herd
Barrierweg 4, Liempde
Parkeren op D’n Tip
Barrierweg/Rosenhofstraat, Liempde
Met vriendelijke groet,
Johan Verspay & John Joosten |
|
|