Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - jaargang 6 Nummer 44 - 15 december 2024

Inhoudsopgave

1. Inhoudsopgave

2. Van de voorzitter

3. Actueel

4. Terugblik feestmiddag in Het Groene Woud

5. Kerstmis anno 1950

6. Sferen

7. Presentatie Genealogie van den Oetelaar op 20 januari 2025

8. Archeokout

9. Echternach Willibrord en Liempde

10. Veldwachter Piet Egelmeers

11. Beeldbankvraag

12. Toponiem verklaard

13. Jeugdhuis Pius X

14. Boekpresentatie over Kasteren

 

Van de Voorzitter

Kleine Knusse Kerstmarkt

Op 7 december jl. vond achter op het erf van bezoekerscentrum D’n Liempdsen Herd een kerstmarkt plaats. Deze is georganiseerd door SPPiLL. Onze Erfgoedvereniging heeft hieraan deelgenomen en we hebben daar met een vijftal leden een kraam bemenst. Behalve boeken zijn er ook nog eikenhouten hebbedingetjes zoals spreukplankjes, theelichthoudertjes, het Windwijzerboek, nostalgisch speelgoed, kaarsen van bijenwas etc. te koop aangeboden. Een gevarieerd en voor de bezoekers interessant assortiment zo bleek. De opbrengst van het nostalgisch speelgoed en de kaarsjes, vervaardigd door ons lid Johan van den Langenberg komen ten goede van het KNCF. Deze organisatie die blindengeleidehonden opleidt wordt door Johan al jaren ondersteund. Een mooi doel dus, zeker met de kerstgedachte in het achterhoofd. Ondanks het niet zo beste weer was het een gezellige en geslaagde middag. Volgend jaar doen we graag weer mee.  

Jubileumactiviteiten Kèk Liemt

Dit is alweer de laatste nieuwsbrief van 2024, het 50-jarig jubileumjaar van Kèk Liemt. De activiteiten die in dit kader zijn georganiseerd zijn allemaal goed ontvangen door onze leden. De lezing annex boekpresentatie van het Windwijzerboek van Gerard Schalkx op 24 november in de Kloosterhof trok zelfs meer dan 80 bezoekers. Op zaterdag 14 december hebben we dit feestelijk jaar met een gevarieerd programma op passende wijze afgesloten in café Het Groene Woud. Na de Brabantse koffietafel was er een toespraak van de voorzitter van Brabants Heem, Henk Hellegers, een optreden van 'dichter/tonpraoter' Gerard Schalkx  en als hoogtepunt de presentatie van ons jubileumboek '50 jaar Kèk Liemt' van de hand van ons lid van het eerste uur en sinds dit voorjaar ere-lid Mariet van de Wiel-Quinten. Voor ieder lid is er een gratis exemplaar beschikbaar. De leden die niet aanwezig waren op deze gezellige afsluiting van het jubileumjaar kunnen het boek afhalen op woensdagen tussen 14:00 en 16:00 uur in onze Erfgoedkamer in het voormalig raadhuis, ingang Keefheuvel 1 en dan de trap op. Voor een uitgebreider verslag zie het aparte artikel in deze nieuwsbrief. 

Beste leden, ik sluit deze laatste nieuwsbrief van 2024 graag af met iedereen gezellige feestdagen en vooral een voortvarende gezonde start van het Nieuwe Jaar toe te wensen.

Harrie Raaimakers

foto Arnold van den Broek

 

Actueel

Kèk Liemt - nieuwe statuten Stichting.

Na de jubileumactiviteit van gisteren in uitspanning Het Groene Woud op Kasteren, kijken we al weer vooruit naar komend jaar. Maar eerst 18 december a.s. Op deze dag is het precies 50 jaar geleden dat Stichting Kèk Liemt werd opgericht (18 december 1974) en is het 6 jaar geleden dat onze Erfgoedvereniging met dezelfde naam het levenslicht zag. Op 18 december a.s. worden bij de notaris ook de vernieuwde Statuten van Stichting Kèk Liemt getekend. Deze waren na 50 jaar aan een update toe en voldoen nu ook aan de nieuwe wetgeving rond de WBTR (Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen.) Tevens zijn in de nieuwe Statuten de doelstellingen opgenomen van de onlangs opgeheven Stichting tot behoud van Cultuurhistorisch Erfgoed Liempde. Binnen Stichting Kèk Liemt nemen wij de werkzaamheden van genoemde stichting over. Dit in goed overleg met het enig overgebleven bestuurslid van genoemde stichting Dick de Lange die als adviseur verbonden wordt aan het bestuur van Stichting Kèk Liemt.

Lezingen 2025

Ons bestuurslid Kees Quinten heeft voor 2025 weer nagenoeg het lezingen-programma rond. Op 27 januari a.s. gaat de eerste lezing van het nieuwe jaar van start met als onderwerp het bestuurlijk wel en weer van de Liempdse wereldlijke- en kerkelijke overheid in de periode 1974-2024. Onze secretaris Arnold van den Broek verzorgt deze. Ons bestuurslid Wim van Erp verzorgt op 24 februari een lezing over het onderwijs en Peter van de Wiel gaat op 31 maart a.s. in op het economische leven in Liempde. En dat alles in de periode dat Kèk Liemt 50 jaar bestaat. Natuurlijk zitten er in de lezingen ook enkele uitstapjes buiten deze tijdzone.

Sluiting Erfgoedkamer

Op woensdag 25 december en 1 januari is de erfgoedkamer gesloten. Op woensdag 8 januari bent u vanaf 14.00 uur van harte welkom voor een kopje koffie of een praatje. 

 

Terugblik feestmiddag in Het Groene Woud

Gisteren (14 december 2024) sloten we ons jubileumjaar feestelijk af met een gevarieerd middagprogramma in café Het Groene Woud. 'n Café dat in Liemt, samen met d'n Durpsherberg, nog het predicaat 'bruin café' met ere mag dragen. De voorzitter van Stichting Kèk Liemt Arnold van den Broek, sprak hierover in zijn welkomstwoordje nadat hij alle deelnemers hartelijk welkom had geheten en kort opsomde wat we in dit jubileumjaar aan speciale activiteiten hebben georganiseerd. Zo kwam de gezamenlijke tentoonstelling met fanfare Concordia en de Boeremèrt Liemt voorbij, de speciale middag voor oud stichtingsleden en ook de avondbijeenkomst waarin het boek Liemt Wind Wijzer van Gerard Schalkx werd gepresenteerd. Ook werd een inkijkje gegeven in de drie komende lezingen komend voorjaar.

In zijn openingswoordje verwees Arnold naar enkele artikelen uit het laatste nummer van De Koerier van onze overkoepelende organisatie Brabants Heem, waarvan voorzitter Henk Hellegers onder de aanwezigen was. Hij zou later die middag het jubileumbord overhandigen aan Kèk Liemt.

In Koerier nummer 103 december 2024 staat een leuk artikel over het bruin café als erfgoed alsook een verklaring van heemkunde en erfgoed. Het paste prima bij het woordje van Arnold. Daarnaast in De Koerier, ook voor Kèk Liemt van toepassing, een artikel over de toekomst voor heemkundekringen, de vergrijzing van de doelgroep maar ook hoe passieve leden en jongeren te betrekken bij ons gezamenlijk lokale culturele erfgoed. 

In zijn blik naar de toekomst verwees Arnold naar de oprichting van de erfgoedvereniging Kèk Liemt en de uitdaging waar EVKL de komende jaren voor staat bij de uitvoering van het Leader-programma, waarbij Kèk Liemt zich inzet voor enkele deelprojecten zoals het realiseren van 10 toponiemenpoorten ook wel veldpoorten genaamd, het boekenproject gehucht Kasteren en Het Groene Woud, en oude structuren (zandpaden) herkenbaar en beleefbaar maken en tot slot een educatieproject samen met de Brabantse Boerderij rond de cursus Behoud Liempdse boerderijen. 

Omdat Arnold en Ria een feest in Friesland hadden kon hij helaas niet blijven en wenste hij bestuur en leden een gezellige onderhoudende feestmiddag toe.

Na het openingswoord was het tijd voor een fantastische Brabantse Koffietafel geserveerd door Jos Sanders van Het Groene Woud. De aanwezigen deden zich te goed aan tomatensoep, kroketten, eitjes, zult, broodbeleg en diverse soorten brood.

Om twee uur kwam Henk Hellegers voorzitter ven Brabants Heem en voormalig burgemeester van Uden aan het woord. Hij ging in op de verdiensten van Kèk Liemt en de geschiedenis van Liempde vooral over voormalig burgemeester Van de Laar. Daarna werd een tinnen herinneringsbord uitgereikt aan voorzitter Harrie Raaimakers van EVKL. 

Het officiële gedeelte werd afgesloten door de presentatie van een zeer speciaal boek, geschreven en samengesteld door Mariet van de Wiel-Quinten in samenwerking met Wilbert Steenbakkers en Ger van den Oetelaar: “Kroniek Kèk Liemt 1974-2024. Jubileumboek 50-jarig bestaan Kèk Liemt.” Wilbert stond bij deze presentatie onder andere stil bij het ontstaan van Kèk Liemt, zoals de mensen van het eerste uur. Ook het aantal (mede) door Kèk Liemt uitgegeven boeken en brochures werd aangehaald. Vanuit het boek dat Mariet geschreven heeft komt ook wel eens naar voren dat het niet allemaal pais en vree was. Zo blijkt in 1982 dat het financiële deel van de stichting niet goed op orde was. Er werd besloten een kascommissie in te stellen.

Hierna werd het woord aan Mariet gegeven. Mariet vertelde over de ontstaansgeschiedenis van het boek maar het gras was (per ongeluk) al een beetje voor haar voeten weggemaaid. Het eerste boek was bestemd voor de oprichter van Kèk Liemt Roger van Laere, maar hij was helaas niet aanwezig. In zijn plaats kreeg Bert Timmermans het eerste boek uitgereikt gevolgd door Gerard Schalkx en Wim van Erp. 

Na een korte pauze was het de beurt aan Gerard Schalkx om het officiële gedeelte van de middag af te sluiten. Gerard heeft Kèk Liemt vanaf de oprichting ondersteund als fotograaf. Veel van zijn werk is terug te vinden in het jubileumboek van de stichting. Op onze jubileummiddag verschijnt hij niet zoals gebruikelijk met zijn fototoestel maar met zijn orgel ten tonele als zijn alter ego Graard van Janus van Mijn van Jaan van Mijntjes. Net als in de jaren 70 op de zittingsavonden van de Ploegers weet hij, ondersteund door zijn draaiorgeltje het publiek met dit personage te boeien met in dichtvorm gegoten anekdotes. Gedichten in puur Liemts' dialect over politieke en prominente personages uit de tijd dat Liempde nog een zelfstandige gemeente was. Het was een toepasselijk optreden vol van nostalgie dat bij menigeen veel herinneringen los maakte.

De zeer geslaagde middag werd afgesloten door de uitreiking van de jubileumboeken aan alle leden van de vereniging. Mariet heeft voor alle aanwezigen het boek gesigneerd.

De besturen van Kèk Liemt

foto: voorzitter Henk Hellegers van Brabants Heem overhandigt aan Harrie Raaimakers van Kèk Liemt het jubileumbord behorend bij het 50 jarig bestaan. 

 

Kerstmis anno 1950

Kerstmis vruuger

Es ik trug denk, zo’n 60 jaor gelee-en, ik waor toen un menneke van 10 jaor, hoe ik toen Kerstmis beleefde. Dan is ur veul veranderd.

Kerstmis waor toen veur ons, es keind, un hil belevenis. Es ik trug denk, veural aon de nachtmis, dan waor da veur ons es keinder un groot fist en heel spannend. De nachtmis die waor um half vijf vruug in de mergen. Dus moesten wij om half vier uit bed. Want ons moeder wo goed op tèd zen.

Ge moet oew eigen us veurstellen, vruuger. Ge komt uit un werm bed, midden in de winter, het vriest buiten zun best. Binnen is ut ok koud, ur brandt gin kachel of verwerming. Dus gauw oew eigen aongekleed, un bietje kouw watter over ouw snuutje en gewaart klaor. Unne werme dikke jas aon, un werme muts op, en we liepen aon.

Zo’n zestig jaor gelee-en, waor ut echt nacht, ut waor pikdonker, bekant gin straotlampen. Ik weet wel da ik dicht be ons moeder liep en dur hand zocht. Ut enige licht da op straot viel waor ut licht da dur de bovenlichten van de deur skeen. Da waoren ok miensen die nor de nachtmis gongen. Est helder weer waor probeerde wij de ster te zien, die boven het stalleke stond. Want wij zagen bekant nooit gin sterren. ’s Avonds waoren wij binnen en zeker ’s nachts. Da waor veur ons ok al un beleving: sterren kijken.

As we be de kerk aon kwamen, zaagde de miensen overal uit de donkere straoten komme. Wè waor ut al druk, um vieruure zaat ut al hartstikke vol. Ur moesten heel veul miensen staon. Ut waor veur ons spannend, zoveul miensen in de kerk.

Um half vijf dan begin de urste H. Mis. Da waor un gezonge Mis dan volgde twee gelezen H. Missen. Onder die twee stille missen, gingen wij te Communie en wieren kerstliedjes gezongen. De miensen zongen masaal mee mè ut koor.

De urste H. Mis waor trouwens un Mis mi drie Heeren (drie Priesters). De Pastoor en de Kapelaon en unnen assistent-priester. Ut duurde zo-we twee uure, mer ut verveelde me niej. Alles be mekaor waor ut iets da heel veul indruk makte, un volle Kerk, de sfeer die ur waor, de liedjes, de geur van de wierrook.

In dieje nacht leeken de miensen anders. Nao de Mis waor ut stalleke kijken, un mooie stal. Ut leek meer op un kar-skop mi dun os en dun ezel en un por skaop. En bekant uit zicht, kwamen de Drie Koningen al um dun hoek kijken. Ut waor ginnen dierentuin en allerlij anderen fratsen die ur tegenworrig be staon. Mooi, eenvoudig en vol devotie, ut is men altet bij gebleven.

We gongen gauw op hoos aon, want we han vort kou. In de kerk kenden we gin verwerming toen. As we thuis kwamen, wier ur goed koffie gedronken. Zo as ze da in Brabant zeggen: Krintenmik, beschuit mi muisjes, lekkere gerukte worst of ham en andere lekkere dingen die anders nooit op toffel kwamen.

Kerstdag waor ok unnen echte Kerstdag, in de namiddag lof mi processie. Ut waor veur men gevuul echt Kerstmis. Iets aparts. Thuis stond ur ok un eenvoudig kerststalleke. We konden daor echt van genieten. We zaten ur op ons kniekes be. We verzetten de skaopkes en dun os en dun ezel, mar ur bleek mar eene goeije manier te zen.

Unne kerstboom stond ur niej. Men kende die geweldige versieringen en tierlantijnen niej. Ut waor Kerstmis, de geborte van ut Kiendje Jezus, de verlosser van de Wereld, en dor mi ut. Ut waor niej es tegenworrig. Nou is Kerstmis, vakantie, restaurants bezoeken, eten en drinken en de huizen versieren en verlichten (buiten.) De winkels liggen vol mi kadoos.

Mar waor ut um gao, wordt vergeten. De kerk zit niej mir stampvol mi mensen. De sfeer is ur niej gelijk als vruuger. We gaon niej mer be ut stalleke bidden. We gaon zelfs niej mer naor de kerk. We hebben ut te druk mi andere dingen op dun dag van vandaog. De miensen en de maatschappij zen veul veranderd in de loop van dun tèd.

Mar ondanks dit alles wens ik jullie allemaol een Zalig en Gelukkig Kerstfeest anno 2010.

Uit geschriften van oud Kèk Liemt-secretaris (wijlen) Frans van den Langenberg die dit voordroeg tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de bestuursleden van Stichting Kèk Liemt tussen Kerst en oud en nieuw 2009. 

 

Sferen

Wanneer we iemand vertellen wat we ons herinneren, gaat het vaak om gebeurtenissen. Die zijn meestal anekdotisch van aard. Maar er zijn gewaarwordingen die zich in het verleden nog dieper in ons geheugen nestelden: sferen en stemmingen. Ze zweven in ons onderbewuste rond, totdat ze door een geur of geluid wakker gemaakt worden. We kunnen ze ook tot leven wekken door ons beelden uit het verleden voor ogen te halen. Of ze nemen bezit van ons als we een passage lezen in een boek of naar een film kijken. Het gaat niet om een voorval maar een sfeer en die kan een krachtige emotie in ons oproepen: ontroering, afgrijzen, zich geborgen voelen, kille angst.

Plekken die in het Liempde van vroeger voor mij een eigen sfeer bezaten waren de speelplaats van de jongensschool in de zomer, de koeienstal tijdens en na het melken, de regenton met daarin verloren ronddwalende stekelbaarsjes, de akkers rondom het dorp in de hitte van de zomerdag, de kerk tijdens de mis, de brandende kolenhaard op winteravonden thuis terwijl we een boek lezen, de bijkeuken met vlammen onder de wasketel, momenten waarop we vanuit het raam van de slaapkamer de nacht in keken. En verder de sfeer van die twee plekken die lagen op de kruising van de Dorpsstraat en Vlasspreistraat.

Op de hoeken van die kruising lagen de slagerij van Willem de Beer en de smidse van Toon Saris. Ik had een troebele relatie met de slagerij. Die riep tegenstrijdige gevoelens bij me op. 's Winters, als het gevroren had, waren de winkelruit en het raam van de deur bedekt met winterlandschappen en bloemen van ijskristallen. Het was prachtig. Sprookjesachtig. Nergens anders, op geen raam in het dorp, waren de afbeeldingen zo mooi en uitgebreid. Had de slager die figuren ’s nachts in het glas laten slijpen? Ik kon moeilijk geloven dat dit zomaar ontstaan was, uit het niets. Ik werd erdoor betoverd en stond er stil naar te kijken ’s ochtends als het langzaam licht werd en ik op weg naar de kerk of school voorbijliep. Of ik stond binnen, met een boodschappenbriefje van mijn moeder in mijn hand en een tas. Vanuit de winkel staken ze nog mooier af tegen het licht van de ochtend en waren dichtbij. Ik kon ze met mijn tong aanraken. Ze waren uiterst kwetsbaar. Bij het eerste opwarmen van de slagerij verdwenen ze al, zij het langzaam. Smolten weg in de warmte van de adem van de mensen die op hun beurt wachtten.

Maar er wrong iets in me terwijl ik keek naar die breekbare, uiterst verfijnde afbeeldingen. Ze waren vervaardigd van vocht dat door stervend vlees was uitgewasemd. Verscholen in die schoonheid zat de dood.

Slager De Beer slachtte in huis, in een kleine ruimte met granieten vloer. Ik zag wel eens dat een koe die ruimte binnengeleid werd, door een deur in de zijgevel aan de Vlasspreistraat. Ik liep dan naar die deur zodra die gesloten was. Na korte tijd hoorde ik iets zwaars en zachts vallen, gevolgd door een diepe zucht. De lucht werd uit de longen van de koe geperst door haar eigen, dode gewicht.

In de tuin van de slagerij, tegen de achterkant van de aanbouw, stonden enkele ijzeren tonnen. Die waren gevuld met de ingewanden van de geslachte dieren, gelige en glimmende organen, roze en blauwig, met zwartrood bloed in de plooien. Er zaten niet altijd deksels op de tonnen. Daardoor hadden vliegen vrij spel. Een van de zonen van slager De Beer was gehandicapt. Hij had een onvolgroeide hand met kromme vingers en zware littekens aan de binnenkant van zijn pols. Als kind brak hij die pols en die werd in het gips gezet. Toen hij last van pijn kreeg, werd het gips verwijderd. Een wond kwam tevoorschijn die krioelde van de maden. Die hadden een groot deel van het spierweefsel weggevreten. Een vleesvlieg die niet genoeg had aan de ingewanden in de tonnen, had eitjes gelegd onder het gips, waarschijnlijk toen de jongen lag te slapen.

In de winter als de slager de vloer van de slachtruimte schoonspoelde, stroomde er rood, met bloed gemengd water onder de deur door naar de straatgoot en vandaar naar een rioolput. In de winter bevroor dat water en liep er een stilstaande bloedstroom van slagerij naar riool.     

Hoe ik aan die gedachte kwam weet ik niet, maar ik was ervan overtuigd dat slager De Beer op een dag als er niemand anders in de winkel was, me opeens over de toonbank zou vastpakken, me over de toonbank zou heen trekken en me naar de slachtruimte zou brengen om me te slachten. Ik durfde twee jaar lang geen boodschappen meer te doen bij de slager. Waarom was ik daar bang voor? Ik had blijkbaar in die tijd altijd wel volwassenen in mijn omgeving die een appeltje met mij te schillen hadden.

En dan was er de smidse tegenover de slagerij. Ik liep daar regelmatig binnen, voor zover smid Toon mij dat toestond. In de zomer stonden de deuren van de smidse aan de Nieuwstraat wijd open. Als een paard nieuwe hoefijzers kreeg was ik niet weg te slaan. Ik keek toe hoe de smid het paardenbeen tussen zijn benen klemde, de onderkant van de hoef naar boven, met een nijptang nagels uit de hoef trok, de onderkant van het hoorn wegsneed, naar het vuur achterin de smidse liep, met een tang een hoefijzer uit de gloeiende kolen trok, dat op het aambeeld legde en er met een zware hamer op beukte en opnieuw het paardenbeen tussen zijn benen klemde. ‘Ai, stilstaan! Stil!’ Hij legde het hoefijzer op de hoef waarbij er rook opsteeg en zich de stank van schroeiend hoorn verspreidde. Van tussen zijn lippen pakte hij een nagel en sloeg die door een gaatje in het hoefijzer. Even later was de volgende hoef aan de beurt. Wat een kalmte, kracht en routine straalde de smid uit.

Toen ik in klas vijf zat, bij meester van Aerle, hoorde ik op stille zomermiddagen als de ramen open stonden de smid regelmatig op het aambeeld beuken en dan dacht ik aan het sprookje van de smid en de kleermaker. Er waren wat dorpelingen samengekomen en de smid schiep enorm op over zijn spierkracht. De kleermaker werd uitgelachen omdat hij zo schriel was en het gewicht van een vlieg had. ‘Nou,’ zei de kleermaker, ‘nou we het erover hebben, ik ben sterker dan de smid hoor.’ Gejoel. ‘Weet je wat,’ zei de smid toen hij eindelijk tot bedaren was gekomen, ‘ik geef jou een opdracht en jij mij een. Dan zullen we zien wie het sterkst is.’ ‘Prima.’ De kleermaker sprong op, vol zelfvertrouwen. Ze liepen naar de smidse. ‘Wat moet ik doen?’ ‘Til dat aambeeld maar op.’ De kleermaker tilde en tilde, maar kreeg het niet van de grond. ‘Zie je wel!’ ‘Hoho, we zijn nog niet klaar.’ Ze gingen naar het huis van de kleermaker. Die nam een van zijn fijnste naalden en legde die op de grond. ‘Pak die maar eens op.’ De smid probeerde en probeerde, maar kreeg de naald niet te pakken. Zijn vingers waren te stomp en groot. ‘Zie je wel. Zelfs een kleine naald is te zwaar voor jou.’ De kleermaker bukte en pakte de naald met groot gemak op.

Dat bedoel ik met sfeer. Open ramen. Een stille klas. Zomer. En dan het galmen van slagen. Verder niets. In die slagen zit het leven van het hele dorp als je ze opnieuw in je herinnering laat klinken.

Jasper Mikkers

foto: collectie Paul Saris

 

Presentatie Genealogie Van den Oetelaar op 20 januari 2025

Op maandagavond 20 januari 2025 organiseert Heemkunde Schijndel een lezing over de familie Van den Oetelaar met een boekpresentatie.  De lezing wordt gegegevn door ons (bestuurs)lid Ger van den Oetelaar en vindt plaats in Het Spectrum Schijndel, Steeg 9 en start om 19.30 uur. Na de lezing wordt het nieuwe boek: Familie Van den Oetelaar, deel II -> 1700-1800: "Landlieden, bestuurders en Kartuizers binnen Hertogdom Brabant” gepresenteerd.

In 2011, verscheen deel I, een lijvige genealogie met als ondertitel Landlieden, Bestuurders en Kartuizers binnen Hertogdom Brabant. Hierin beschrijft Ger van den Oetelaar de familie Van den Oetelaar uitgebreid vanaf de 13e eeuw tot 1700. Nu deel II, van de familiegeschiedenis Van den Oetelaar. Deze laatste publicatie gaat met name over de familiegeschiedenis in 18e eeuw.

In de 18e eeuw woonden de leden van de familie Van de Oetelaar vooral in Schijndel, Sint-Oedenrode en Gemonde,  maar de familie verspreidde zich ook verder naar Vlaanderen en Kempenland (omgeving Veldhoven.) Wellicht komt er nog een genealogisch deel III dat meer verbonden wordt met de Van den Oetelaars van de huidige tijd (vanaf 1800.) Er zijn in het nieuwe boek, behalve de nieuwe periode , ook nieuwe archiefvondsten en opmerkelijke andere ontdekkingen te melden. Zo werd er een kalksteen opgegraven, gegraveerd met de naam Bruno d’Outelaire (jaar 1595.) Ook werden er gegevens gepubliceerd over de prachtige gebedenboeken van de kloosterzusters Soeterbeeck namelijk van koorzuster Catharina van Oetelaar (1606-1645) en haar nicht priorin Arnoldijn van Oetelaar (1616-1665.) In deze gebedenboeken zijn bijzondere aantekeningen te vinden.

De lezing gaat over de totale familie, niet alleen over de familie in de tijdperiode 1700-1800. Het eerste exemplaar van “Familie Van den Oetelaar Deel II. 1700-1800” wordt aangeboden aan Aart Voets, voorzitter van Heemkundekring Schijndel. Deel II is vanaf 20 januari 2025 te verkrijgen via de website van Pictures Publishers of de boekhandel. Op de avond van de presentatie zijn zowel deel I als deel II in de zaal verkrijgbaar.

 

Archeokout 40

Hoor de wind waait door de bomen, zelfs voor de goedheiligman is het te guur. Hij vluchtte naar de Spaanse zon om plaats te maken voor het grote feest der commercie. Met lampjes, kransen, goedkope bling-bling en andere verschijnselen die de goede smaak tarten. Het is natuurlijk ook de tijd van de holle frasen over vrede en zo. Wat zullen de Gazanen, Oekraïeners, Soedanezen, Oeigoeren en Rohinya genieten van onze kerstwensen. En dan onze eigen hopman Rutte die in deze tijd van plastic romantiek ons meent voor te moeten houden dat we ons geestelijk dienen voor te bereiden op oorlog. De strijdwijzen uit het oosten kunnen alleen tegengehouden worden door hogere defensieuitgaven. Ik zei toch: een feest der commercie.

De Romeinen kozen vanaf 45 vbj 1 januari tot nieuwjaarsdag en offerden aan Janus, de god van ingang en uitgang, begin en einde en verleden en toekomst, maar ook van vruchtbaarheid en leven, huwelijk en geboorte. Wat zal hij het druk gehad hebben. En dan waren er ook nog de kleine geschenken in zijn naam die vriendschap moesten bevestigen en die een gunstig effect op de toekomst beoogden.

Anderzijds vierden de Germanen het joelfeest vanaf de zonnewende op 21 december gedurende 12 dagen (van 20-12 t/m 01-01) met veel vuur, drank en seksuele uitspattingen (het spel van Freyr.) Het christendom heeft die Germaanse 12 dagen rond de eerste januari naar eigen inzicht geplooid, beginnende met de kerstnacht en eindigend met drie koningen. Wat ze met de andere Germaanse elementen van het midwinterfeest deden weet ik niet. Aanvankelijk zal het verschil niet groot geweest zijn, want dat liet men zich vast niet ontnemen.

Ja, dat was eigenlijk wel een beetje een verrassing voor mij tijdens de voorbereiding dezer kout. Het christendom en Germanen. Ik ben gehersenspoeld met Clovis als bekeerder der Franken, zo rond 500 nbj. Ten eerste heette hij niet Clovis, maar Chlodovech, maar het christendom was toen allang bon ton onder de geassimileerde Franken in het op Romeinse leest geschoeide West Europa. Natuurlijk, we leerden over de eerste christengemeenschappen vanaf pakweg 100 nbj, hun vervolgingen en de visjes in de catacomben, die we nu vooral op auto's zien. Ook hoorden we van de enorme omwenteling door Constantijn de Grote, die het verbod op het christendom ophief en de promotie tot staatsgodsdienst in 394 door Theodosius. Dat was allemaal daar en ver weg. Hier zaten de heidenen. Maar al in de tweede eeuw waren er christenen in Mainz en in de derde eeuw waren er bisschoppen alhier, bijvoorbeeld in Keulen.

Het bisdom van Tongeren werd in 280 nbj gesticht en door Servatius in 384 overgeheveld naar Maastricht. Servatius was zelfs zo belangrijk dat is vastgelegd dat hij kerkvergaderingen in Sofia, Syrie en Rimini bijwoonde. Ook onze ascetische SinterMaarten (de koeien hebben staarten) is een christelijk leider uit die tijd, die daarbij ook een zekere politieke macht had. Allemaal christendom dat de klok sloeg nog voor het jaar 400 nbj. Jona Lendering schrijft zelfs in "De rand van het Rijk" dat het christendom in die tijd dominant was. Waarom dan eeuwen later Ierse missionarissen hier grootschalig aan het bekeren sloegen begrijp ik niet helemaal. Of was dat omdat ze veelal een verkeerd christendom aanhingen? De bekeerde Germanen waren vaak Arianen die niet in de triniteit geloofden:  Jesus en de Heilige Geest waren niet hetzelfde als God, maar door hem geschapen. Dat zou nog meer dan een millennium een splijtzwam blijken in het Rooms-Katholicisme, die verfoeide ketters toch.

Hoe de Kerst-voorbereiding in die dagen was weet ik niet en of de kerstening van de Germaanse feesten in 400 nbj al effectief was ook niet. Ik verwacht het eigenlijk niet want er waren nog vele Thor-bomen, die 3 eeuwen later door Bonifatius gesloopt moesten worden. Maar als onze Mark met zijn slechte geheugen nu 1625 jaar terug in de tijd zou gaan, kon ie zijn vredes-verhaal met reden herhalen, misschien zonder NAVO-reclame, maar wel dezelfde strekking. Want men moest zich geestelijk voorbereiden op oorlog. De ellende kwam uit het oosten.

De Visigoten trokken al plunderend van de Balkan, via Rome naar Spanje, waar het al krioelde van Germaanse asielzoekers zoals Sueven, Vandalen en Alanen. Maar dat was eigenlijk nog maar kinderspel. De Hunnen waren in aantocht en hadden menige Germaanse stam al verslagen en ingelijfd. Het bracht een enorme roerige periode van opgejaagde volkeren te weeg die van oost naar west trokken. Geestelijk voorbereiden dus op oorlog, want ze leefden niet in vrede. Of er toen al sprake was van noodpakketten met extra drinken en contant geld? Radio hoefde niet, er waren toch geen uitzendingen. Ach, plunder was al lang het favoriete doel van Germanen, dus zullen vele argeloze bewoners van onze streken al preppers geweest zijn. Ook in Liemt, allicht.

Ik wens u een preppig joelfeest en een geestelijk voorbereid 2025.

Jaap van der Woude

 

Echternach Willibrord en Liempde

De Historische werkgroep van onze Erfgoedvereniging is druk bezig met de Liempdse middeleeuwse cijnsregisters (soort grondbelasting.) De belangrijkste cijnsregisters in Liempde komen van de hertog van Brabant die voor een deel terecht zijn gekomen bij de heer van Helmond. Ook de heer van Boxtel inde grondbelasting.

Momenteel vind er onderzoek plaats voor het boek van Kasteren. Wat daar opviel was een passage in een akte uit 1664 over de familie Vennen: gewinchyns jaerlycx aende heere van St Michielsgestel. Uit verder onderzoek blijkt dat er voor meerdere Liempdse percelen grondbelasting aan de heer van Sint-Michielsgestel (Herlaar) betaald werd. O.a. Huis, hof en aangelog tot Liemde aan de Coeijstraat (in de 18e eeuw van Elisbabeth Gijsbert Heessels) en Huis, hof en erf tot Liemde aan de Berg (in de 18e eeuw van Jenneke Thomas Speeks en Herbertus Schutjes).

De bekende onderzoeker Ferdinand Smulders (1907–1972) heeft veel gepubliceerd over cijnzen. Hij stelt dat de Herlaarse cijnzen wellicht afkomstig zijn van de abdij Echternach van Willibrord (zie foto). Het zijn gronden die volgens hem in relatie staan met Willibrord in de 7e eeuw. Een mooie opsteker voor Liempde.

Ger van den Oetelaar

 

Veldwachter Piet Egelmeers

 

Op de foto Piet Egelmeers met echtgenote voor het pand Keefheuvel 20, destijds Vlassprei A32 geheten.

Piet Egelmeers

Petrus Egelmeers is geboren op 7 juni 1866 te Wintelre (gemeente Vessem-Wintelre-Knegsel.) Hij was een zoon van Petrus Egelmeers en Catharina van Asten. Op 30-jarige leeftijd, d.d. 27 april 1897, is Piet in Liempde komen wonen en hier gemeenteveldwachter geworden. 23 jaar later, op 53-jarige leeftijd is hij op 28 oktober 1919 in Liempde gehuwd met de 40-jarige Maria Kreijveld. Maria is de dochter van Carolus Kreijveld en Anna Maria Dangée. Maria is hier geboren op 30 oktober 1878. Op 21 juni 1923  krijgen Piet en Maria een dochter, Catharina Gerardina Maria (Toos.) Zij woonden op de Keefheuvel A27 (thans Keefheuvel 16.) Op donderdag 27 april 1922 viert Piet zijn zilveren ambtsjubileum. De inwoners van Liempde hebben deze dag niet ongemerkt voorbij laten gaan. De buurmeisjes hebben voor de gelegenheid zijn woning versierd. Er was veel belangstelling voor Piet zijn jubileum. Dit blijkt onder meer door de vele geschenken die hij van vrienden en kennissen aangeboden kreeg. Van de gemeenteraad  ontving de jubilaris een bedrag van ƒ 50,00. Ook de politiebond bleef niet achter en van de gemeenteraad ontving hij een doos 'keurige sigaren.' Ook de Liempdse harmonie liet zich niet onbetuigd en bracht de jubilaris 's middags, onder grote belangstelling, een serenade. Aangedaan dankte de jubilaris iedereen voor de hem aangedane eer. Dat deze veldwachter met zoveel toewijding en tact reeds 25 jaar zijn plicht nauwgezet vervulde was niet onopgemerkt gebleven. Iedereen wenste hem dan ook nog vele jaren toe als veldwachter van ons dorp. De krant 'Het Huisgezin' berichtte op 2 mei1922  over zijn jubileum. De echtgenote van Piet Egelmeers overlijdt op 64-jarige leeftijd op 6 mei 1943. Hij is dan al gepensioneerd. Piet is opgevolgd door Goof van Breugel. Piet Egelmeers overlijdt 55 dagen later op 30 juni 1943. 
Hun dochter Toos gaat na het overlijden van Piet in de kost als dienstmeid bij de familie Van Berkel in de Dorpsstraat. Later zal zij haar intrek nemen in de pastorie als pastoorsmeid van Pastoor Klaasen (begin jaren 60). 3 Maart 1983 wordt na afloop van de Carnavalsmis, in het bijzijn van Toos en Pastoor Piet Klaasen het Tooseplein onthuld door Burgemeester P.A. Smits en Prins Dorus d’n Twidde (Theo Legius.) 
Pastoorsmeid Toos Egelmeers heeft deze naamgeving te danken aan het feit dat zij gedurende de droge zomer van 1982 de pas geplante eik op dit pleintje dagelijks water heeft gegeven en zodoende in leven heeft gehouden. Hoewel dit geen formele straatnaam was, heeft de gemeenteraad van Liempde dit later wel geformaliseerd. Na dit eerbetoon aan Toos is zij door Prinsenvereniging de Ploegers benoemd tot 'Engelbewaarder van het Tooseplein'. Pastoor Klaasen en Toos waren graag geziene gasten bij de activiteiten van de Ploegers. Met de installatie van Prins Nillis d'n Derde (Jan Verhoeven) in 1984 namen zij zelfs deel aan het installatiespel 'Johannes d'n Doper' geheten. Ook heeft Toos opgetreden met de zittingsavonden.

Jan van de Sande

 

Beeldbank vraag

Graag jullie aandacht voor foto evkl012081 met sportieve mannen, wie herkent ze? Welke vereniging vertegenwoordigen ze? Antwoord op deze vragen graag via info@kekliemt.nl, bij voorbaat dank.

Els Vissers

 

Toponiem verklaard

Vlasbeemd

Perceel waarop vlas werd geteeld. Vlasteelt is bekend vanaf de Middeleeuwen tot eind 19e-eeuw. Vlas leverde de vezel voor de vervaardiging van linnen en zaad voor de productie van lijnolie, onmisbaar voor verlichting en voedselbereiding. (Zie ook: "Braak" en "Reuth")

 

Jeugdhuis Pius X

In een van de drie lezingen, voorafgaande aan de boekpresentatie 'Liemt Wind Wijzer' op maandag 25 november j.l. in dienstencentrum De Kloosterhof, verhaalde ik kort over het Jeugdhuis Pius X en het feit dat het huidige bestuur per 1 april 2025 de pijp aan Maarten geeft en het complex (weer) in handen legt van de eigenaar, sinds 1 januari 1996 de nieuw gevormde gemeente Boxtel. Tijdens mijn correspondentschap van het Brabants Dagblad, in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw, schreef ik over de historie van dit jeugdhuis in de rubriek: 'Stille getuigen.' Hoe zat het ook al weer. In dit artikel het Jeugdhuis Pius X opnieuw belicht.

Menig persoon die ik sprak, in de tijd dat er nog geen verwijsbordjes stonden, vroeg me de weg naar Pius 'IKS.' Weer een die niet weet dat X de romeinse uitdrukking voor 10 is ging dan door mijn hoofd. Tja. Maar wat heeft paus Pius de 10de, Pius X dus, nu te maken met het Liempdse jeugdhuis? Een verhaal apart, waarbij de toenmalige eigenaar Harrie(ke) van Houtum (* 1900 +1970) en de gemeente Liempde, in de persoon van burgemeester Laurijssens, een belangrijke rol speelden.

Harrieke van Houtum. Zelf herinner ik me hem in zijn zandkleurige overall, alpinopetje op, leren riem om het middel en sigaret hangend aan zijn onderlip. Zo'n beeld komt niet van je netvlies wanneer we als jonge mennekes, midden jaren 60 van de vorige eeuw voetbalden achter het jeugdhuis in de tijd dat het huidige D.V.G.-complex (in 1978 De Roode Bleek genaamd) aangelegd werd (opening in 1968.)

Het was Harrie van Houtum die zijn echtgenote vroeg verloor en kinderloos achter bleef. Hij kreeg, zo schreef hij in enkele brieven aan burgemeester Laurijssens, tijdens zijn slaap visioenen van paus Pius X om zijn gedoentje, een oud boerderijtje, aan de Liempdse gemeenschap te schenken om, zoals hij in een van zijn laatste brieven aan de burgemeester schreef: "U zult wel denken, wat moet die kwajongen nu weer?" Het visioen van de toenmalige paus liet Van Houtum niet los en uiteindelijk ging ook het gemeentebestuur overstag en zo kwam het gedoentje van Harrie(ke) van Houtum (zie foto) op 21 mei 1957 'als geschenk' in eigendom van de gemeente Liempde. 

In de loop der jaren is aan het oorsponkelijk onroerend goed, in opdracht van de 'Stichting Jeugdbelangen' - opgericht op 12 juli 1960- periodiek flink 'gesleuteld' en anno 2024 herinnert er nauwelijks meer iets aan hoe het bouwwerk vroeger was. Met de komst van de Liempdse sporthal in de jaren 80 van de vorige eeuw (opening op 21 december 1981) is het complex uitgegroeid tot een volwaardige eigentijds -ook wat de energietransitie betreft- sportcomplex, waarbij volgend jaar april de gemeente Boxtel weer de scepter mag zwaaien en zo is de gemeentecirkel na bijna 70 jaren weer rond. 

Hoewel er in een vorige bestuursperiode sprake is geweest om de naam van het complex Pius X te veranderen, heeft men daar, nadat Kèk Liemt de stichting Jeugdbelangen had gewezen op de historie, van af gezien en enkel een eigentijds logo aan de gevel aangebracht waarbij de X nog stevig te herkennen is. Daarmee nogmaals onderstrepend dat verleden en heden, maar ook toekomst aan elkaar verbonden zijn en blijven. 

Arnold van den Broek.

foto: beeldbank Liempde evkl004753

 

 

Boekpresentatie Kasteren

Door de auteurs Désiré van Laarhoven, Harrie Raaimakers, Wilbert Steenbakkers, Els Vissers en Ger van den Oetelaar wordt hard gewerkt aan het Kasterenboek. Jaap van der Woude is al druk bezig met het redigeren van de eerste teksten. Nu de LEADER-subsidie verzekerd is, worden er door illustrator Bob Brobbel  (https://www.bobbrobbel.nl/ ) illustraties gemaakt van Hoeve Ten Maye en de Antoniuskapel, de eerste schetsen zijn al bijzonder mooi. Vanwege de planning van Kèk Liemt, de auteurs en ook de uitgever Pictures Publishers is ook al de datum van de boekpresentatie bekend, dit wordt zaterdag 1 november 2025. Op de foto van Ruud van Nooijen staat de schutskooi aan de Schutsstraat. Met name het gebruik van schutskoolen in de Bodem van Elde blijkt belangrijk voor de geschiedenis van Kasteren.

Ger van den Oetelaar

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl