-
Barrierweg 1
Dit woonhuis wordt in 1908 gekocht door Johanna van den Berk. Eerdere bouwtekeningen, uit de negentiende eeuw, laten zien dat het perceel al sinds 1832 in verschillende vormen bebouwd is. In 1911 vraagt haar vader toestemming aan de gemeente om de woning voor Johanna te verbouwen tot woonhuis en winkel in koloniale waren. Later komt er nog een gebouwtje bij, dat aansluit op het woonhuis. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de winkelruimte beperkt tot de huidige linker voorkamer. Ook de oorspronkelijke winkeldeur en de winkelramen wijzigen tot de hedendaagse vorm.Barrierweg 1
-
Barrierweg 16
Dit pand is in 1870 gebouwd, waarna het tot 1940 deels in gebruik is als boerderij. Van 1910 tot 1940 is er eveneens de Boerenleenbank in gevestigd, met Jan van Gerwen als eerste kassier. In 1951 start huisarts P. Batenburg op deze plek zijn praktijk, met daarbij een kleine apotheek. Deze draagt hij in 1965 over aan huisarts Roger van Laere, die er tot 2002 zijn praktijk voert. De heer Batenburg heeft de gevel in 1964, kort voor de overdracht aan dokter Van Laere sr., wit geschilderd. In de linkerzijde van de voorgevel zat vroeger een grote mendeur. Van het oorspronkelijke interieur zijn enkel de opkamer en de kelder nog intact.Barrierweg 16
-
Barrierweg 23
Deze langgevelboerderij staat op de plaats waar in het begin van de negentiende eeuw ook een hoeve staat. Vanwege de slechte onderhoudsstaat wordt deze boerderij in 1876 herbouwd in de huidige vorm. Een aantal onderdelen blijft bewaard, zoals de kelder, de ankerbalkgebinten in het achterhuis en de brandmuur. De voorgevel van de boerderij is gericht op het zuiden, gelegen aan een toenmalige openbare weg. Deze weg verdwijnt in 1970, wat de schijnbaar merkwaardige ligging van deze hoeve ten opzichte van de Barrierweg en Eikendaal verklaart. Aan de noordzijde van de boerderij liggen de varkensschuur die dateert uit 1880 en het bakhuis uit 1848.Barrierweg 23
-
Concordiapark
Het Concordiapark, eerder achtereenvolgens Wilhelminapark en de Lummelenkooi geheten, is in vroeger eeuwen nog een open veld nabij de schutskooi, waar vee wordt gestald. Er komen verschillende zandwegen samen, waardoor er een driehoekig veld ontstaat. Aan de rand hiervan wordt in 1787 het Liempdse raadhuis gebouwd. In 1911 wil de commissie Van den Berk de grond kopen om er een pakhuis voor de Liempdse boeren op te bouwen, maar de gemeente weigert. Ze vindt het plein een sieraad voor het dorp en ziet de plek als een vermaakcentrum voor de Liempdenaren. Nu vormt het Concordiapark het hart van de Liempdse Boeremèrt en andere evenementen.Concordiapark
-
De Bocht 6
In het begin van de negentiende eeuw staat hier een hoekgevelboerderij die in 1865 geheel vernieuwd wordt vanwege de slechte staat van onderhoud. Het nieuwe pand is een langgevelboerderij die op een lichte verhoging wordt geplaatst. Omstreeks 1880 wordt er een bijgebouwtje geplaatst op de plek waar eerder een bakhuisje annex schuur staat. De voormalige stal- en schuurruimten hebben nog altijd een agrarische bedrijfsfunctie. Inmiddels is hier een tuinderij met een uitgebreid kassencomplex gevestigd.De Bocht 6
-
Dorpsstraat 13
Dit huis is in 1925 gebouwd als woning voor de hoofdonderwijzer van de naastgelegen rooms- katholieke jongensschool. De bouw past in de ontwikkeling van de Dorpsstraat: van landelijke weg met hier en daar een boerderij tot de kaarsrechte hoofdstraat door de kern van Liempde. Het huis bestaat uit een eenlaags en een tweelaags gedeelte en is half gedekt met een mansardedak. Slechts twee hoofdonderwijzers hebben dit huis bewoond: achtereenvolgens Reinier van Schijndel en Jan van Bergeijk. Het huis is nu in particulier bezit.Dorpsstraat 13
-
Dorpsstraat 15
Dit woonhuis wordt in 1934 gebouwd als een klein landhuis, waarmee de ontwikkeling van de Dorpsstraat, van landelijke weg met hier en daar een boerderij tot de hoofdstraat van de Liempdse dorpskern, wordt afgesloten. De bouwstijl van de woning is expressionistisch en een laat voorbeeld van de Amsterdamse School. De dominante vorm van het hoge steile dak, de verschillende venstervormen en het portiek zijn kenmerkend voor deze stijl. Aan de rechterzijde bevindt zich oorspronkelijk een kleine bakstenen serre. In 1942 is deze vergroot om de winkel in verf, tabak en schoolbenodigdheden te verruimen en om antieke meubelen te verkopenDorpsstraat 15
-
Dorpsstraat 22
Na een jarenlange discussie wordt in 1911 de bouw van het pakhuis afgerond. Het Liempdse leven aan het begin van de twintigste eeuw is voornamelijk agrarisch ingesteld. De boeren zijn verenigd in de Boerenbond, maar een langdurige samenwerking tussen de boeren blijft uit. Met de komst van (kunst)mest verandert de houding van de boeren. Al snel zien zij de financiële voordelen van coöperatief inkopen. In 1906 begint de discussie over de bouw van een pakhuis, maar het duurt nog vijf jaar voordat het gerealiseerd wordt.Dorpsstraat 22
-
Dorpsstraat 34
In 1886 wil de Liempdse pastoor Albertus Raaymakers een 'Liefdehuis' bouwen voor de Zusters van Liefde uit Tilburg. Het complex moet bestaan uit een klooster voor de nonnen, een bewaarschool voor de kleuters en een taalschool voor de schoolgaande meisjes. De raad is niet gelukkig met het plan, omdat de gemeente een paar jaar eerder al een openbare school heeft gebouwd. Het kerkbestuur zet door en na wat strubbelingen wordt in 1888 het klooster met de scholen geopend. Het krijgt de naam van Sint Albertus, naamgenoot van de bouwpastoor. In 1983 vertrekken de zusters uit Liempde. Inmiddels is het voormalig klooster in gebruik als appartementencomplex.Dorpsstraat 34
-
Dorpsstraat 36
Na een grote brand in 1864, waarbij ook de schuurkerk verloren gaat, wordt begonnen aan de bouw van een nieuwe, grotere, kerk. Drie jaar later is deze klaar. Voor de bouw van de toren is echter geen geld meer. Hierop wordt nog vijfentwintig jaar gewacht. De Sint Jans Onthoofdingskerk is een eenvoudige pseudobasiliek met een middenschip en een priesterkoor met aan beide zijden een sacristie volgens vroeg neogotisch ontwerp van de Tilburgse architect Hendrik van Tulder. Op het oorspronkelijke kerkplein is in 1932 het Heilig Hartmonument geplaatst. Dit is in 1968 verwijderd en in 1989 herplaatst op het heringerichte kerkplein.Dorpsstraat 36
-
Dorpsstraat 36
Sinds 1860 begraaft Liempde haar overleden parochianen op de begraafplaats aan de Dorpsstraat. Het kerkhof is ingezegend door pastoor van den Heuvel. Tientallen jaren eerder al koopt het kerkbestuur het stuk grond aan in het buurtschap Kerkeind, niet ver van de toenmalige schuurkerk.Dorpsstraat 36
De kerk en het kerkhof vormen een authentieke twee-eenheid. Bijzonder is de beukenhaag met het ‘zustersboogje’ die de begraafplaats omsluit, evenals het gietijzeren toegangshek dat geplaatst is in 1860 en aangetekend als rijksmonument. Op het kerkhof zelf zijn de grafmonumenten (tevens rijksmonumenten) van familie Mahie, heren van Boxtel en Liempde en van familie van Boeckel het meest in het oog springend.
-
Dorpsstraat 9
Dit pand is in 1923 in opdracht van de gemeente Liempde gebouwd als ambtswoning voor de burgemeester. Op dat moment is het perceel nog in gebruik als weiland. De bouw past in de ontwikkeling van de Dorpsstraat: van landelijke weg met hier en daar een boerderij tot de kaarsrechte hoofdstraat in de kern van Liempde. De woning is een voorbeeld van een stadse villa, ontworpen door de architect Geerts uit Zevenaar, die een kopie maakt van een huis in Didam, aangevuld met een garage. Op de zolder van het huis wordt een 'meidenkamertje' gemaakt, waar de dienstbode overnacht.Dorpsstraat 9
-
Eikendaal 1
Dit hallenhuis – vaak ook kortgevelboerderij genoemd - is in het begin van de twintigste eeuw gebouwd in opdracht van de kinderen Van den Boer. Deze kinderen, Cornelis, Laurentius en Cornelia, zijn drie vrijgezellen die oorspronkelijk uit Haaren afkomstig zijn en via het gehucht Kasteren in het dorp terechtkomen. In 1914 laten ze deze boerderij bouwen om kleiner te gaan boeren. In de schuur en de stal, eveneens uit 1914, worden gebruikte eiken balken verwerkt. De boerderij is sinds de jaren zeventig niet meer als zodanig in gebruik.Eikendaal 1
-
Gemondesestraat 14
Deze boerderij dateert uit 1922 en is een zogeheten langgevelboerderij, die kenmerkend is voor de boerderijbouw in oostelijk Brabant in de negentiende en twintigste eeuw. Bij een langgevelboerderij zit de voordeur aan de lange zijde. De hoeve ligt in het buitengebied van Liempde (gemeente Boxtel). De straat leidt naar het buurtschap Gemonde, dat zijn oorsprong vindt in de vroege Middeleeuwen, maar er zijn ook sporen van een Romeinse nederzetting aangetroffen. De boerderij heeft een traditionele indeling met een op de kopgevel aansluitende woning en een naastliggend deel met stal en schuur. De boerderij is niet meer als zodanig in gebruik.Gemondesestraat 14
-
Gemondesestraat 2-4
Deze twee tegenwoordige woonhuizen doen aan het eind van de negentiende eeuw dienst als het station van Liempde. Tot 1936 is het station in gebruik als halte aan het zogeheten Duits Lijntje, de spoorbaan die Boxtel verbindt met Wesel in Duitsland. Het station wijkt qua bouwstijl af van andere stations van de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) vanwege het hoge wolfdak. Omdat het later (1903) gebouwd is, heeft het niet het typische gladde, witte NBDS uiterlijk, maar is het stijlvol in schoon metselwerk opgetrokken. Het station is in 2011 teruggebracht in oude staat en grenst nog altijd aan het Duits Lijntje, dat niet meer in gebruik is.Gemondesestraat 2-4
-
Gemondesestraat 8
Dit woonhuis is in 1926 gebouwd als boerderij met een stal en een schuur. Waarschijnlijk levert aannemer C. van den Boomen ook het ontwerp aan. Het pand is uitgevoerd als dorpswoning en sluit qua stijl niet aan bij de traditionele Brabantse boerderijtypes. Karakteristiek is de toepassing van gevelopeningen met een segmentboog, de symmetrische gevelindeling en de langs de dakgoot gelegen siermetselwerklijst. Het pand is nu een eenlaagse woning met mansardedak. Op het terrein is camping en kampeerboerderij Blue Woods gevestigd.Gemondesestraat 8
-
Heesterbos 2
Deze woonboerderij is gebouwd in 1865, zo blijkt uit de inscriptie op het tweede eikenspant. Een woonboerderij had in vroeger tijden land in de directe omgeving, maar geen of weinig beesten. Op de plek waar nu het bakhuis staat, zou voor 1865 de eerste boerderij hebben gestaan, die door brand is verdwenen. De oude materialen van het oorspronkelijke pand zijn gebruikt bij de bouw van de huidige boerderij. Het exterieur is vrijwel onveranderd gebleven. Dit is ondermeer te zien aan de voordeur en de vensters van grenenhout die bijna 150 jaar oud zijn. De architectuur van ommuurde tuin wordt ook wel een ‘formele tuin’ genoemd.Heesterbos 2
-
Hoevedreef 2
In de vijftiende eeuw staan in dit gebied enkele grote hoeven, waaronder ‘hove ten Acker’, waaraan in de zeventiende eeuw, na de komst van een duiventoren, de naam ‘Groot Duijfhuis’ wordt gegeven. De soms honderden duiven leverden, naast een mals boutje, honderden kilo’s mest, waar vroeger altijd een schrijnend tekort aan was. Het houden van duiven was lange tijd een recht, voorbehouden aan de adel en de geestelijkheid. De marterkraag van schuin omlaag stekende planken rondom de toren is aangebracht om steenmarters tegen te houden. Het hele complex - duiventoren, boerderij met aangebouwde herenkamer en Vlaamse schuur - is een rijksmonument en wordt beheerd door Brabants Landschap.Hoevedreef 2
-
Hoevedreef 4
Deze dwarsdeelschuur dateert uit circa 1750 en is gebruikt als graanschuur. Dit type schuur werd vooral gebouwd in West-Vlaanderen, België. Vrijwel alle balken in deze schuur zijn nog origineel. Het materiaal dat gebruikt werd voor de (her)bouw van de schuur was meestal afkomstig van de gronden rondom de boerderij. De wanden zijn gemaakt van verticaal gevlochten wilgentenen en vervolgens besmeerd met circa 25.000 kilo leem, bestaande uit vijfduizend liter paardenurine, tweehonderd liter kalk en twaalf pakken stro en leem. In 2008 is de schuur op deze locatie herbouwd met hulp van vele vrijwilligers.Hoevedreef 4
Privéterrein. Liever niet betreden!
-
Hogenbergseweg 30
Deze langgevelboerderij is gebouwd omstreeks 1884. Al in 1736 wordt melding gemaakt van bebouwing op deze plek. Deze oude boerderij ligt iets naar achteren in vergelijking met de nieuwe boerderij. Ruim tien jaar na de bouw van de nieuwe hoeve, in 1895, wordt er op het achtererf een stal annex bakhuis gebouwd, die in 1957 wordt uitgebreid met een varkensstal. Twaalf jaar later wordt de boerderij voor een groot deel verbouwd. Inmiddels is de boerderij grondig gerenoveerd en niet meer als zodanig in gebruik.Hogenbergseweg 30
-
Kapelstraat 22
Bij de restauratie van dit hallenhuis in 1983 is een zilveren stuiver van de stad Utrecht gevonden die tussen 1580 en 1600 geslagen is, wat er mogelijk op duidt dat het perceel al vroeg bebouwd is. Het huidige bouwwerk dateert waarschijnlijk uit de zeventiende of achttiende eeuw. Het exacte bouwjaar is niet bekend. De woonboerderij heet 'De Vonder'. Een vonder is een brug over een slootje, zoals er een naast de boerderij ligt. De naam stamt uit de Eerste Wereldoorlog, toen ingekwartierde soldaten tijdens de mobilisatie de weg niet kenden en de hoeve 'die boerderij met de vonder' noemden.Kapelstraat 22
-
Kapelstraat 28
Deze voormalige langgevelboerderij is gebouwd na een grote brand in 1864. De kenmerkende scheiding tussen het woongedeelte en het bedrijfsgedeelte is duidelijk herkenbaar. Het woongedeelte heeft een open karakter met aan beide kanten van de entree zesruits schuiframen. In het interieur bevinden zich de kelder, de opkamer en de schouw. De dwarse aanbouw tegen het woongedeelte dateert waarschijnlijk ook uit de negentiende eeuw. In het midden van de voorgevel zijn de deuren van de potstal te zien. Links is het tasgedeelte (oorspronkelijk voor de oogstopslag) met houten wanden. De hoeve heeft een hoog, deels met pannen, deels met riet gedekt schilddak.Kapelstraat 28
-
Kapelstraat 34
Omstreeks 1888 geeft Johannes van Rulo, een welgestelde landbouwer, de opdracht om de hoeve aan Kapelstraat 32 te bouwen. In 1912, getuige de gevelsteen rechts naast de voordeur, laat Van Rulo, in de volksmond ‘Hannes Rul’ genoemd, het huis aan Kapelstraat 34 bouwen voor zijn dochter Johanna. De panden hoorden vroeger bij elkaar. Nummer 32 werd gebruikt als klompenfabriek en nummer 34 als woonhuis. Met een lengte van ongeveer 33 meter behoort de hoeve aan Kapelstraat 32 tot de langste hoeven in Liempde.Kapelstraat 34
-
Kapelstraat 9
Deze straat wordt in het begin van de eenentwintigste eeuw met recht het klompenmakersstraatje genoemd, omdat er bij vrijwel ieder huis kleine werkplaatsen zijn ingericht. Dit gebouw doet vanaf 1928 dienst als klompenfabriek van de familie Traa, de enige klompenmakerij die Liempde nu nog rijk is. Het is een goed lopend bedrijf, waar vanaf de jaren dertig een tiental werknemers in dienst is. Tegenwoordig worden er nog elke week vijfhonderd klompen gemaakt. De herinnering aan de klompenmakers blijft levend door het beeld van Nillis de klompenmaker, op de hoek Kapelstraat/Dorpsstraat/Toose Plein, die met veel geduld en spierkracht zijn klompen heult.Kapelstraat 9
-
Kasterensestraat - De Maai
Sint Antonius Abt is de beschermheilige van boeren en vee. Rond 1400 worden veel Antoniuskapellen gebouwd. Door gezamenlijk gebed proberen gelovigen mens en dier te beschermen tegen besmettelijke ziekten. Zo ook in Liempde. De vroegere ‘St. Theunis-kapel’, ook wel ‘het heilig huiske’ genoemd, stond in Kasteren, vlak bij ’t goed de Sloophoos. Kort na de vrede van Munster in 1648 verdwijnen alle kapellen. Pas in 1794 wordt de kapel weer herbouwd als houten bidplaats. In de loop van de negentiende eeuw verdwijnt de Antoniuskapel opnieuw. In 1982 bouwt buurtvereniging Kasteren een eenvoudige nis, met daarin een beeld van Antonius Abt. De nis wordt in 2002 vervangen door de huidige kapel.Kasterensestraat - De Maai
-
Kasterensestraat 23
Herberg ’t Groene Woud is rond 1800 als houten huis gebouwd door Wouter Vorstenbosch. De herberg staat dan aan de andere kant van het spoor en wordt in 1832 genoemd in documenten van het kadaster. In 1849 wordt het toenmalige pand verkocht en afgebroken. Eerder, in 1838, bouwt een advocaat uit Eindhoven het huidige café. Dit komt in 1881 in handen van Petrus Peijnenburg. Tien jaar later draag hij het café over aan zijn drie vrijgezelle kinderen Jan, Caat en Sien. Zij verbouwen het pand in 1937 tot het huidige huis met een stal, schuur en cafégedeelte. In de volksmond staat het café bekend als het café van ‘Sien Peijn’.Kasterensestraat 23
-
Kasterensestraat 4
‘Het molenhuis bij de Kasterense watermolen’, zoals dit pand vroeger werd genoemd, is volgens de ingemetselde jaartalsteen op de oosthoek van het huis gebouwd in 1758. De aangebouwde dwarsdeelschuur stamt uit de achttiende eeuw, met muurwerk uit 1865. Aan de westzijde van het perceel voerde vroeger vanaf de watermolen een voetpad naar de kopgevel van de schuur. Dit deel van de huidige Kasterensestraat is in 1902 als Stationsstraat aangelegd, richting de halteplaats van het Duits Lijntje in Kasteren. De van oorsprong vrijstaande Vlaamse schuur is gesloopt om plaats te maken voor die spoorlijn. Inmiddels staat er een ‘nieuwe’ Vlaamse schuur die oorspronkelijk dienst deed in Sint Agatha.Kasterensestraat 4
-
Keefheuvel 16-18-20-24 ca
Op 18 oktober 1838 geeft de gemeente Liempde opdracht om aan de Keefheuvel, toen nog Vlassprei geheten, een school (nr 16 en 18) en onderwijzerswoning (nr 20) te bouwen voor 2853 gulden en zeveneneenhalve cent. Ruim veertig jaar later is het gebouw te klein. In 1882 wordt het aangrenzende patronaat gebouwd, dat dienst doet als gemeenteschool. Met de gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs in 1925 gaat de school dicht. Het patronaat is inmiddels in handen van het katholieke kerkbestuur en krijgt de functie van parochiehuis, gebruikt door onder meer de fanfare en de toneelvereniging. In 1968 is het pand verkocht aan Jo en Nol van der Vleuten.Keefheuvel 16-18-20-24 ca
Thans is het pand in 3-en gedeeld, rechts is een woonhuis annex yogaruimte, in het midden Egyptische grillroom Piramides links een woonhuis. -
Kerkakkers
Tot 1860 begraaft Liempde zijn doden op de ‘kerkakkers’ nabij De Dommel, in de volksmond nu het ‘ouwe kerkhof’ genoemd. Deze begraafplaats ligt op de hoek Pastoor Dobbeleijnstraat en Kerkakkers. Het is waarschijnlijk de stichtingsplek van Liempde, gelegen op een hoger stuk land aan de oevers van De Dommel. Al in de vijftiende eeuw staat op deze plek de Sint-Janskapel, die op 28 april 1603 door bisschop Masius verheven is tot parochiekerk van de zelfstandige Parochie Liempde. Pastoor Dobbeleijns is de eerste parochieherder. In 2003, bij het vierhonderdjarig bestaan van de Liempdse parochie Sint Jans Onthoofding, wijdt bisschop Hurkmans het terrein opnieuw in als stilteplek.Kerkakkers
-
Koestraat-Oude Postbaan
Liempde is een ‘kransakkerdorp’. Dit type nederzetting is, veelal in de Middeleeuwen, ontstaan uit een buurtschap of herdgang, waarbij de boerderijen om een akkercomplex liggen. Kenmerkend voor Liempde is het stratenpatroon dat als een trechtervorm richting de kern loopt. Veel van de toegangswegen komen uit op het driehoekige Concordiapark in het centrum. Ook dit veldje, op de plek waar de Koestraat en de Oude Postbaan elkaar raken, is driehoekig van vorm. In vroeger tijden wordt op deze pleintjes het vee verzameld, waarna een veeherder de dieren naar het weidegebied leidt. Dit wordt de herdgang genoemd. Hiervoor is een taps toelopend pleintje heel praktisch.Koestraat-Oude Postbaan
-
Looeind 11
Al in 1832 staat hier een boerderij. Dertig jaar later, omstreeks 1860, wordt op dezelfde plek een nieuwe hoeve gebouwd. De schuur die zich ten noorden van de boerderij bevindt is hiervan een overblijfsel en is nu in gebruik als vakantiewoning. In 1932 wordt het huidige gebouw gerealiseerd, dat dan dienst doet als boerderij. Het resultaat is een traditionele langgevelboerderij met een voor die tijd moderne gebroken dak. De bedrijfsruimte is traditioneel ingedeeld. De dakbedekking is in 1945 weggeblazen als gevolg van een nabije inslag van een V1-bom, te zien aan de afwijkende kleur van het dak. Tegenwoordig wordt de boerderij gebruikt als woonhuis.Looeind 11
-
Looeind 12
Deze boerderij wordt in 1928 gebouwd in opdracht van de kinderen van Adriaan Avendonks. De oude boerderij, die dan al ten minste een eeuw op deze plek staat, wordt gesloopt. Het fundament blijft echter bewaard. Het ontwerp van de nieuwe hoeve is van de hand van de plaatselijke timmerman Cornelis van den Boomen. Het betreft een langgevelboerderij met een relatief klein bedrijfsgedeelte. Kort na 1928 wordt het bedrijfsgedeelte aan de achterzijde uitgebreid met een bakhuis, ashok en varkenshok. In de jaren tachtig, wanneer de boerderij niet meer als zodanig functioneert, wordt het voorste gedeelte van de stal ingericht als woonruimte.Looeind 12
-
Looeind 17
Deze voormalige boerderij wordt in 1926 gebouwd op een weiland in opdracht van de broers F. en A. van de Laar. Het ontwerp is van de hand van de plaatselijke timmerman, Cornelis van den Boomen, die de bouw van meerdere boerderijen aan het Looeind op zijn naam heeft staan. De traditionele langgevelboerderij heeft eigentijdse elementen, zoals een Hollandse koestalling en een mansardekap (gebroken kap). De opzet van het woonhuis is traditioneel: door de voordeur kom je direct in de 'herd', met een brede schouw en een bedstee. Een uit 1935 daterend apart bijbouw, inclusief bakoven, varkenskooien en paardenstallen, is inmiddels verdwenenLooeind 17
-
Meulekensweg 3
De hoeve die gebouwd was op de plek waar nu de huidige boerderij staat, valt in 1832 in de zogenaamde negende en één na laatste klasse. Dit betekent dat het pand in zeer slechte staat verkeert. Toch duurt het nog een eeuw voordat er een verbouwing plaatsvindt. Allereerst wordt er tegen de oude boerderij een nieuw woonhuis gebouwd. Zeven jaar later, in 1939, wordt de oude boerderij gesloopt en komen er een nieuwe dertien meter lange stal en aansluitend een negen meter lange schuur. Het pand is sindsdien niet meer verbouwd. Het doet tegenwoordig dienst als melkveebedrijf. De eigenaar verbouwt de traditionele graansoort spelt.Meulekensweg 3
-
Nieuwstraat 36
De eerste steen van het woonhuis aan Kapelstraat 25-27 wordt op 6 november 1909 gelegd door Hendrikus van Aarle. De bijbehorende klompenwerkplaats ligt aan Nieuwstraat 36 en is in de jaren dertig van de twintigste eeuw gebouwd. De panden grenzen aan elkaar aan de achterzijde. Hendrikus heeft vier werknemers in dienst. In 1936 overlijdt Hendrikus. Zijn zoon Sjef, die vrijgezel is, neemt de klompenmakerij over. In 1964 komt Sjef te overlijden, waarna het pand in handen komt van zijn zus Adriana van Aarle. Zij sluit de klompenfabriek en laat het pand verbouwen tot een dubbel woonhuis.Nieuwstraat 36
-
Nieuwstraat 65-67
In 1904 is het rechterdeel van dit pand (nummer 67) gebouwd als stoomgraanmaalderij annex pakhuis, in opdracht van Petronella van Beurden. Drie jaar later, in 1907, wordt tegen de linkerzijde van de maalderij een woonhuis gebouwd. De oorspronkelijke maalderij heeft een L-vormig grondplan met een aanbouw waarin de stoommachine staat opgesteld. In 1926 is de maalderij uitgebreid met een ‘nieuw masienkamer’. Kadastrale kaarten uit 1832 en 1886 laten op de plek van het huidige pand een perceel bouwland zien. De eerste bebouwing langs de Nieuwstraat, destijds samen met de Boxtelseweg nog het ‘Boxtelsche Voetpad’ geheten, dateert uit het einde van de negentiende eeuw.Nieuwstraat 65-67
-
Oude Dijk 19-21
Aan het einde van de negentiende eeuw wordt deze boerderij bewoond door ‘de kinderen Van der Velden’. Na het overlijden van de ouders beloven Dorus, Marie, Janske, Anna en Johanneke elkaar om vrijgezel te blijven en bij elkaar te wonen in het ouderlijk huis. Ze leven een sober leven naar oude gebruiken en tradities. Opa heet Nicolaas van der Velden, in de Liempdse volksmond ‘Kloaske’ genoemd, zijn zoon ‘Piet van Kloaskes’ en zijn vijf kleinkinderen vervolgens ‘de Kleuskes’. De Kleuskes leven vanuit het verleden en gedogen het heden. Na hun overlijden is Stichting Kinderen van der Velden opgericht en krijgt de boerderij een maatschappelijke bestemming.Oude Dijk 19-21
-
Parkstraat 17
Deze boerderij is, zoals te zien op het muuranker, gebouwd in 1854 en is een typisch voorbeeld van het Brabantse langgeveltype. De hoeve bestaat uit een boerderij met woongedeelte, een schuur en een karschop. In de voorgevel van de boerderij bevindt zich links naast de voordeur een verzekeringsplaatje, het bewijs dat de hoeve tegen brandschade verzekerd is. Het opschrift luidt 'Zekerheid geeft rust - Utrecht'. Het rechterraam is dichter bij de entree geplaatst dan het linkerraam. Het linkerraam maakt deel uit van een aparte ruimte: de ‘goeikamer’. Het rechterraam en de voordeur behoren tot een andere kamer.Parkstraat 17
-
Parkstraat 26
Deze boerderij is gebouwd in het derde kwart van de negentiende eeuw. De hoeve is oorspronkelijk een hallenhuis dat aan beide zijden is verlengd. Hierdoor heeft het gebouw de kenmerken van een langgevelboerderij gekregen. De boerderij is asymmetrisch (hoge voorgevel, lage achtergevel), wat zichtbaar is aan de korte rechtergevel van de hoeve. Voor het pand staat een zeldzaam geworden type schuur. Haaks achter de hoeve bevindt zich het oude bakhuisje. De (brood)bakoven en de rookgang zijn nog intact. Ook staat de oude trog waarin het deeg werd gekneed nog in het bakhuis.Parkstraat 26
-
Past. Dobbeleijnstraat 2
Deze langgevelboederij dateert uit het derde kwart van de negentiende eeuw. Het interieur en de constructie zijn beduidend ouder; het gebint is waarschijnlijk uit de zeventiende eeuw en de haard is achttiende-eeuws. In dit soort oorspronkelijke boerderijen is de haard het enige element van steen. Een hoeve bestaat dan nog uit hout met lemen wanden. De ankers in de voorgevel zijn in het woongedeelte hoger bevestigd dan in het stalgedeelte. In de stal lagen de balken laag, zodat er boven in de schelft zoveel mogelijk plek was voor het hooi terwijl de koeien warm stonden onder een lage zoldering. Achter de boerderij staat nog een gaaf gebleven bakhuisje met een oven en een aardappelkelder.Past. Dobbeleijnstraat 2
-
Past. Dobbeleijnstraat 20-22
Volgens overlevering is deze langgevelboerderij in een week of zes herbouwd, nadat de hoeve in 1883 is afgebrand door blikseminslag. De oorspronkelijke boerderij heeft waarschijnlijk dichter bij de Dommel gestaan. Door het mogelijke overstromingsgevaar is besloten om de nieuwe boerderij op enige afstand van de rivier te bouwen. Naast de boerderij staat een bakhuisje uit 1915, dat tot in de jaren zestig als zodanig wordt gebruikt: op zaterdag wordt er brood voor de hele week gebakken, op maandag wordt er de was gedaan en tussentijds wordt het ook nog gebruikt als plee.Past. Dobbeleijnstraat 20-22
-
Past. Dobbeleijnstraat 4
Dit huis is gebouwd in 1783 en is een van de eerste scholen van Liempde. In de vroeg-zeventiende eeuw doet een gebouwtje bij de Sint Janskapel nog dienst als schoollokaal. Deze school heeft slechts één klaslokaal en is bijzonder vanwege de stenen in plaats van lemen wanden. Toch zijn de Liempdenaren niet gelukkig met het schooltje. Ze ligt buiten de nieuwe dorpskern en wordt te klein voor het aantal leerlingen. In 1832 verhuist de school naar een huis in de kern van Liempde.Past. Dobbeleijnstraat 4
-
Raadhuisplein 1
Tot het einde van de achttiende eeuw heeft Liempde geen raadhuis. Om te kunnen vergaderen wordt er een 'raetcamer' in een herberg gehuurd. Toch is er behoefte aan een eigen raadhuis, dat er in 1787 komt naar ontwerp van de Boxtelse architect Hendrik Verhees. Tachtig jaar later wordt het pand uitgebreid. Na de Tweede Wereldoorlog is het pand door schade in slechte staat en wordt het compleet vernieuwd. Wel zijn de hoofdvorm en de voorgevel behouden. Het geheel is ontworpen volgens de bouwstijl van de Delftse School. In de rechterzijgevel is een plaquette met het gemeentewapen gemetseld.Raadhuisplein 1
-
Raadhuisplein 3
Deze in het oog springende langgevelboerderij is gebouwd rond 1850 en beslaat een oppervlak van dertig bij tien meter. Lange tijd woont Janus van Abeelen in de boerderij, geboren op 22 februari 1866 en werkzaam als boer en kruidendokter. Hij ‘geneest’ de dorpsbevolking met ‘zalfjes en mengseltjes van abeelekesbloemekes’. Het pand wordt nu bewoond door twee gezinnen. Meestal krijgt een verdeelde boerderij twee voordeuren. Ook deze boerderij heeft twee hoofdingangen, maar er is er slechts een als zodanig herkenbaar: de oorspronkelijke voordeur in het linkergedeelte. De tweede voordeur is verwerkt in een grote schuurdeur, die is voorzien van witte raamkozijntjes.Raadhuisplein 3
-
Raadhuisplein 4
In de veertiende eeuw ligt in dit gebied een hopveld met een nabijgelegen huis, genaamd 'De Leeuw'. Dit duidt op het bestaan van een herberg met een brouwerij, die vermoedelijk op dezelfde plek ligt als waar nu café 't Wapen van Liempde staat. In de zijgevel van het pand zit een steen met het opschrift 'E. van de Sande 29 mei 1883'. Deze verwijst naar de bouw- of verstenigingsdatum van het stalgedeelte. Het voorste gedeelte, dat nu het café is, dateert uit het tweede kwart van de negentiende eeuw en is direct in steen gebouwd. Het aangrenzende restaurant De Koorenschuur is ouder. Het is daadwerkelijk een korenschuur geweest en hoorde vroeger bij het herbergcomplex.Raadhuisplein 4
-
Raadhuisplein 8
Aan het einde van de negentiende eeuw leven de Liempdse boeren een arm bestaan. Om de boeren te helpen, wordt in 1898 een zuivelfabriek gebouwd waar boeren hun melk kunnen laten verwerken tot boter. De fabriek wordt gemaakt van de stenen van een bouwvallige toren. Op deze toren bevindt zich het haantje van de vroegere Sint-Janskapel. De torenhaan wordt op het dak van de zuivelfabriek geplaatst, waarmee de naam voor de zuivelinrichting bekend is: ’t Haantje. Rechts naast de zuivelfabriek, die inmiddels afgebroken is, ligt de voormalige directeurswoning. Bij de voordeur bevindt zich een gevelsteen, de enige – stille – getuige van de vroegere zuivelfabriek.Raadhuisplein 8
-
Roderweg 22
De kern van deze boerderij dateert uit het midden van de achttiende eeuw en is een typisch voorbeeld van de overgang van het hallenhuis naar de langgevelboerderij. De ingang en de belangrijkste vensters van een hallenhuis bevinden zich in de korte gevel van het woongedeelte. De verschillende soorten baksteen wijzen op twee opeenvolgende verlengingen, waarbij het bedrijfsgedeelte het karakter van een langgevelboerderij krijgt. De voorgevel is rond 1840 gebouwd. De oorspronkelijke kelder en de opkamer zijn bewaard gebleven. De rest van de boerderij is gemoderniseerd.Roderweg 22
-
Rosenhofstraat 24
Dit zeventiende-eeuwse pand is oorspronkelijk een rechte boerderij. Het voorste gedeelte van de hoeve is het oudste deel. De boerderij is later naar achteren toe uitgebreid. De vader van De Kleuskes heeft deze boerderij in circa 1860 gekocht. Hij heeft de boerderij altijd verhuurd. Om de successierechten over een aantal panden en grond te kunnen betalen, hebben de twee langstlevende kinderen van De Kleuskes de boerderij uiteindelijk moeten verkopen. In 1987 start de restauratie, die vijf jaar heeft geduurd. Louis de Kock is de restauratiearchitect. Eigenaar Cor de Koning heeft het pand samen met zijn vrouw eigenhandig verbouwd.Rosenhofstraat 24
-
Smaldersestraat 10-12
Dit gerenoveerde hallenhuis met rieten dak heeft een eeuwenoude geschiedenis. De vroegste gegevens van de hoeve 'Wedehamer' dateren uit het jaar 1365, waarmee de boerderij tot de oudste locaties van Liempde behoort. Het is destijds een leengoed van het kasteel Oud Herlaer in Sint-Michelsgestel, wat betekent dat de kasteelheer van Oud Herlaer de hoeve aan een zogenaamde leenman uitleent in ruil voor geld en diensten in tijden van oorlog en nood. In de loop der eeuwen komt de hoeve in handen van adellijke families en grootgrondbezitters. Het pand, dat tegenwoordig in gebruik als woonhuis, dateert waarschijnlijk uit de zestiende of vroeg zeventiende eeuw.Smaldersestraat 10-12
-
Toose Plein
In 1648, na de vrede van Munster, raakt de Liempdse parochie haar kerk kwijt aan de protestanten. De katholieke godsdienst wordt verboden. De katholieken hebben geen eigen kerk meer en er wordt heimelijk bij mensen thuis gekerkt. In 1672 wordt, met toestemming van de Fransen, een schuur aan het Kerkeind (nu Dorpsstraat/Toose Plein) ingericht als kerk. Jaarlijks betalen de parochianen 75 gulden aan de schout voor het oogluikend toestaan van de kerkdiensten in de schuurkerk. In 1864 gaat de schuurkerk, samen met nog dertien huizen, verloren bij een grote brand. Het Toose Plein is vernoemd naar Toos Egelmeers, de pastoorsmeid van pastoor Klaasen.Toose Plein
-
Vendelstraat 12
Deze langgevelboerderij is voor het eerst ingetekend op een kadastrale kaart uit 1832 en is van oorsprong een driebeukige langhuisboerderij. Op een latere kaart, uit 1886, is te zien dat de boerderij in die tijd nog pal aan de weg ligt. De aanwezigheid van een ankerbalkconstructie en vlechtingen in de kopgevel tonen aan dat het een langhuisboerderij is geweest; een boerderij waarbij het woonhuis en het achterhuis onder een dak in elkaars verlengde liggen. Eind negentiende eeuw wordt het pand verbouwd tot een boerderij van het langgeveltype, waarbij de straatgevel hoger is opgetrokken en teruggeplaatst ten opzichte van de weg.Vendelstraat 12